Thijs* (27) kampt met psychoses (*beeld ter illustratie)
© Unsplash
In het najaar van 2019 startte Thijs* (27) met het schrijven van een boek. Wat begon als een onschuldig idee, eindigde in een project waarin Thijs zich compleet verloor: ‘Ik ging er helemaal in op. Ik dacht dat ik de wereld moest redden.’
Achteraf bleek dat Thijs zich bevond in een psychose – al ontstond dat niet van de ene op de andere dag. Er was een aanloopfase waarin hij zich steeds meer isoleerde van anderen. ‘Ik stopte met mijn studie en ik was daardoor veel alleen. Ik liep fulltime rondjes in de stad en was vaak aan het blowen op mijn kamer.’
Het blowen kan een trigger zijn voor het ontstaan van een psychose als je er aanleg voor hebt, vertelt Thijs: ‘Het was alleen niet zo dat ik in een acute psychose belandde door het roken van een joint. De aanloop naar mijn psychose was een geleidelijk proces. Ik kreeg steeds meer gevoelens van paranoia; het idee dat mensen naar me keken of me volgden.’
Een gevoel van paranoia kan ons allemaal weleens bekruipen in bepaalde situaties. Maar een psychose gaat nog een stapje verder. Het werd ontzettend levendig in Thijs' hoofd. Filosofisch, zo omschrijft hij zelf: ‘Overal zag ik verbanden. Ik was alleen maar met mijn gedachten bezig, met mijn ideeën voor mijn boek.’
Zijn gedachten konden ontstaan uit de meest alledaagse zaken. Thijs wijst naar buiten, doelend op zijn wandelingen door Amsterdam. ‘Ik liep dan verderop, langs het Rijksmuseum. Ik dacht: wat is de diepere betekenis van een museum? Wat doet het met ons? Is het een middel van de politiek, misschien?’
‘Dat filosofische hield mij de hele dag bezig’, legt hij uit. ‘In het begin was het leuk. Een interessant project, maar op den duur werd het heel vermoeiend.’ Hij laat zijn notitie-app zien, waar hij zijn maatschappelijke en politieke inzichten in opschreef. ‘Ik vind het nog steeds bizar. Het zijn er duizenden.’
‘Ik bleef nachtenlang op, werkend aan mijn boek’
De omgeving van Thijs merkt intussen steeds meer signalen op dat het niet goed met hem gaat. Hoe die signalen eruitzagen? ‘Ik bleef nachtenlang op, werkend aan mijn boek. Zelfs in sociale situaties dook ik regelmatig in de notities van mijn telefoon. Wanneer je in een studentenhuis woont, valt dat op een gegeven moment op.’
Na een tijdje wordt er in overleg met Thijs zijn ouders besloten dat het beter is als hij weer thuis zou gaan wonen. Daar wordt al snel een afspraak gemaakt met een psycholoog en psychiater. Het advies: antipsychotica slikken. Dat medicijn helpt om uit een psychose te komen. ‘Dat vond ik heel eng’, blikt hij terug. ‘Je krijgt een pilletje waarvan je niet weet wat het doet. Ik lag in bed en ik had geen idee wat mij ging overkomen. Dat voelde ontzettend eenzaam.’
Dat eenzame gevoel bleef toen Thijs naderhand besefte dat hij een psychose had gehad. Het kwam binnen als een harde dreun, zo omschrijft hij zelf: ‘Ik had geen beeld van wat een psychose inhield en kende alleen de verhalen uit de media. Van de ene op de andere dag moest ik uitvinden wat dit zou betekenen. Je leven stort dan in.’
Artsen adviseerden Thijs om ook na zijn psychose antipsychotica te blijven slikken, om zo het risico op herhaling te minimaliseren. Toch heeft die voor hem zo belangrijke medicatie een schaduwzijde, vertelt Thijs: ‘Mijn gewicht nam toe en ik was vaak vermoeid. Dan denk je misschien: zo heftig is dat niet. Maar het accepteren en erkennen dat mijn brein anders werkt – en ik die medicatie daardoor nodig heb – dat is gewoon écht heel moeilijk. Daarom besloot ik een aantal keer om te stoppen.’
Thijs wisselde de jaren daarna stabiele periodes af met terugvallen in psychoses. Die terugvallen waren volgens hem echte rotperiodes, vaak met een aanloop waarbij hij al een tijd niet goed in zijn vel zat. Hoewel hij bij zijn eerste psychose vooral bezig was met het idee om de wereld te redden, kreeg hij bij zijn tweede psychose het idee dat hij een hersentumor had.
‘Ik had constant fysieke sensaties in mijn hele lichaam. Er moest wel iets mis zijn’
‘Ik ging naar de dokter en zei: "Ik wil een MRI-scan." Daar kwam niets uit. In plaats van dat ik gerustgesteld was, belandde ik in een vicieuze cirkel van hypochondrie (de angst om ziek te zijn of te worden, red.). Ik voelde constant fysieke sensaties in mijn hele lichaam. Er moest wel iets mis zijn, dat geloofde ik echt. Die periode voelde als een dieptepunt.’
In het begin vond Thijs het lastig om open te zijn over zijn psychoses. ‘Ik was bang dat mensen mij eng zouden vinden als ik het vertelde. Of dat ze me af zouden wijzen. Ik dacht dat niemand in mijn omgeving hetzelfde meemaakte als ik. Ik voelde me alleen op de wereld. De negatieve berichtgeving over psychose hielp ook niet mee. Ik vroeg me af: geldt dat dan ook voor mij?’
Thijs herkent zich niet in dat beeld dat vaak door media wordt geschetst, waarin mensen in een psychose gewelddadig zijn of misdaden plegen. ‘Ik heb nooit iets crimineels gedaan, verre daarvan. Het voelt oneerlijk dat mensen met een psychose vaak in hokjes worden geplaatst. Terwijl het scala aan psychoses zo breed is. Bij iedereen ziet het er anders uit.’
Dat is dan ook de reden voor hem om mee te werken aan dit interview: het bestrijden van stigma en taboe op psychoses. Want het acceptatieproces na een psychose is al lastig genoeg, weet Thijs: ‘Ik zat zo in de put in het begin’, blikt hij terug. ‘Als ik nu mezelf in die tijd gerust kon stellen, zou ik zeggen dat het beter zou gaan in de toekomst. Dat er lichtpuntjes zouden komen. Dat tijd alle wonden heelt.’
‘Iedereen die ik daar sprak, voelde hetzelfde: waarom ik? Dat hielp enorm'
In één van zijn behandelingen had hij lotgenotencontact. Daar ontmoette hij voor het eerst leeftijdsgenoten met dezelfde diagnose, waardoor hij beter om kon gaan met zelfstigma. Hij hield er een warm gevoel aan over: ‘Dan groeit het besef dat je niet de enige bent. En iedereen die ik daar sprak, voelde hetzelfde: waarom ik? Dat hielp enorm.’
Gelukkig groeide er in de loop der jaren vertrouwen bij Thijs dat hij wél zijn verhaal kon delen. De reacties vanuit zijn omgeving waren grotendeels begripvol en daardoor werd hij minder voorzichtig. Waar hij nog vooruitgang in hoopt te boeken, is de actie in zijn liefdesleven. ‘Dat houd ik nog heel erg af. Sinds mijn psychoses heb ik nauwelijks gedatet. Ik ben bang dat ik niet in het beeld van een ideale partner pas.’
De toekomst ziet Thijs hoopvol in. Aan lotgenoten wil hij het volgende meegeven: ‘Allereerst: heb geduld, met de tijd wordt veel beter. Ten tweede: ontmoet andere mensen die hetzelfde hebben ervaren. In een cursus bijvoorbeeld, of online via het forum van Psychosenet. Geloof mij: mensen met een psychotische ervaring komen vanuit álle hoeken van de samenleving. Dan zie je pas echt: het kan iedereen overkomen.’
* de echte naam van Thijs is bekend bij de redactie.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!