Trigger warning: dit artikel gaat over een eetstoornis.
Maddy (23) vertelt over haar onrustige jeugd en over hoe ze vlucht in destructief eetgedrag en blowen. Ze zoekt naar een manier om haar verleden een plek te geven in De Uitvlucht: 'Ik geef mezelf niet op.'
‘Op mijn laagst was ik 33 kilo’, vertelt Maddy over de ernstige eetstoornis die haar jonge jaren heeft getekend. ‘Ik heb ervoor in de kliniek gezeten (…) en ik moest zelfs in een rolstoel. Ik was gewoon echt ziek; een hoopje botten.’
Maddy wordt op tienjarige leeftijd door een vechtscheiding met huiselijk geweld uit huis geplaatst. Ze verhuist naar de Beemster, waar het haar niet lukt om te aarden. ‘Ik voelde me echt heel alleen. Al vanaf het moment dat ik uit huis geplaatst werd. Ik kon niet goed vrienden en vriendinnen maken. Ik voelde me anders en was ook anders. Ik was heel onzeker (…) en dit was het moment dat ik geen kind meer was.’
In die periode ontwikkelt Maddy een eetstoornis die steeds ernstigere vormen aanneemt. ‘Ik weet nog heel goed dat ik aan het voetballen was en dat ik mezelf te dik vond. Toen is het heel erg snel bergafwaarts gegaan (…) ik was mezelf gewoon echt aan het uithongeren. Echt vreselijk.’
‘Uiteindelijk ben ik hersteld’, blikt Maddy terug. ‘Maar al vrij snel, toen ik weer naar school ging in Amsterdam, ben ik begonnen met blowen. En het gevaar van een joint is dat een joint ook je maatje is op een bepaalde manier.’ Het kunnen omgaan met emoties en moeilijkheden in haar leven is waar Maddy momenteel nog vooral mee worstelt. In die periodes zoekt ze een uitvlucht in blowen en soms ook nog in haar oude gewoonten van destructief eetgedrag.
‘Of het nou een joint is of niet eten: het is niet dat ik denk van: ik wil afvallen en ik wil niet eten. Maar het is gewoon een soort van onderbewustzijn, iets in mij dat continu alles wat pijn doet wil wegstoppen (…) één van de allermoeilijkste dingen vind ik om gewoon stil te zitten met mijn gevoel en met mezelf. Het zijn niet per se gedachten of herinneringen. Maar meer een soort zware rugzak die me naar achter trekt. Het gevoel van een permanente hartbreuk.’
Toch heeft Maddy hoop op een toekomst waarin het leven haar gemakkelijker afgaat. ‘En zie je dat gebeuren?’, vraagt Max. ‘Als ik doorga wel, ja’, antwoordt ze. Doorgaan betekent voor haar: zichzelf niet opgeven. ‘Opgeven is niets doen. Ik heb al eens opgegeven en daar ben ik uit gekomen. Want eerst deed ik niets. Ik blowde, maar ik deed niets. Ik zat alleen maar na te denken over de dingen die ik wilde doen.’
Nu is dat anders: als Maddy iets wil, dan gaat ze ervoor. ‘Ook al vind ik het eng, ik doe het – en dat is voor mij niet opgeven. Ik heb een droom, ik heb een doel (…) en de enige die dat waar kan maken, ben ik. Dat kan niet als ik alleen maar hier ga zitten en niks doe. Dus ja, ik gun mezelf die joint wel. Maar ik ga niet op mijn reet zitten. Ik blijf bezig.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!