Wouter heeft een paniekstoornis en voor lange tijd beheerst angst zijn leven. Hij doet zijn verhaal in De Bovenkamer.
‘Ik werkte bij de Bijenkorf, het was sale en hartstikke druk’, vertelt Wouter aan presentator Raïsha Zeegelaar in De Bovenkamer. ‘Ineens begonnen mijn handen te trillen en had ik veel angstige gedachten; wat-als gedachten. Ik ging hyperventileren en werd heel erg duizelig.’
Dat moment, dat plaatsvond in 2019, staat in Wouters geheugen gegrift: het is de eerste keer dat het misgaat en hij te maken krijgt met een paniekaanval. Maar bij die ene keer blijft het niet. Wouter wordt, na zijn eerste paniekaanval, angstig voor angst en ontwikkelt een paniekstoornis.
Een paniekstoornis valt onder de noemer van angststoornissen, legt psycholoog Karima Abidi uit. ‘Er is daarbij sprake van onverwachte paniekaanvallen en anticipatieangst – dus dat je bang bent voor het krijgen van een paniekaanval.’ Iemand met een paniekstoornis gaat zich daardoor ook nog eens anders gedragen, aldus de psycholoog. Drukke winkelstraten, het openbaar vervoer of andere openbare ruimten worden liever vermeden.
Ongeveer twee tot drie procent van de mensen in Nederland heeft een paniekstoornis, aldus GGZ-instelling PsyQ. Vrouwen krijgen er vaker last van dan mannen: de verhouding is ongeveer twee op één.
Het angstige gevoel dat Wouter voor het eerst in de Bijenkorf ervoer, komt op steeds meer plekken naar boven. In de bioscoop, bij de kapper, in de rij of zelfs in het vliegtuig, kon Wouter overvallen worden door een paniekaanval. ‘Het is niet zozeer dat ik bang ben voor die plekken, maar eerder voor mezelf op die plekken. En dat mensen dat dan zien. Dan schaam ik me.’ Langzaamaan gaat Wouter daarom steeds meer plekken uit de weg.
Een paniekstoornis ontstaat waarschijnlijk door een combinatie van erfelijkheidsfactoren en omgevingsfactoren, zegt Abidi. ‘Iemand kan geboren zijn met een angstige constitutie, dus dat je een beetje angstig bent aangelegd. En dat je dan daarnaast nog eens in je omgeving veel stress meemaakt.’ Wel is er nog veel onduidelijk over de precieze oorzaken, aldus de psycholoog. ‘We weten niet precies waarom het bij de ene gebeurt en bij de ander niet.’
Wouter kan de stoornis herleiden naar zijn jeugd, vertelt hij aan Raïsha. ‘Ik ben vroeger best wel gepest. Daardoor heb ik een bewijsdrang gecreëerd. Naar mezelf, maar ook richting andere mensen. Ik zette mezelf zo ontzettend onder druk om te presteren, dat mijn emmertje eigenlijk een beetje vol is gaan lopen.’ De afgelopen jaren gebeuren er bovendien veel stressvolle dingen in Wouter zijn leven. ‘Ik ging uit huis, mijn oma overleed en er gebeurden veel dingen die mijn emmertje vulden. Heel veel veranderingen. En toen ging het dus voor de eerste keer fout.’
‘Een paniekaanval bestaat uit een hoop lichamelijke sensaties’, weet Abidi. ‘Dus eigenlijk gaat een gedeelte van je zenuwstelsel aan waarbij er gas wordt gegeven en er alarm wordt geslagen, ook in de hersengebieden.’ Bij het ervaren van die sensaties in het lichaam kun je bijvoorbeeld weer angstig worden om flauw te vallen. De mentale en fysieke kanten triggeren elkaar als het ware, aldus Abidi.
'Uiteindelijk word ik superbang voor wat ik denk en voel'
Een paniekaanval begint bij Wouter meestal met kleffe handen en een droge mond. Daarna volgen de hartkloppingen, duizelingen en rode wangen. ‘Het voelt vanbinnen alsof er echt een soort draaikolk aan emotie is. Daar krijg ik dan ook weer heel veel angst van. En uiteindelijk word ik superbang voor wat ik denk en wat ik voel.’
Wanneer Wouter veel angst ervaart, werkt dat door in zijn dagelijks leven. ‘Ik voel me heel onrustig. Ik kan niet helder nadenken, en heb geen concentratie en geen energie. Het leven voelt overweldigend wanneer ik zo bang ben.’ Toen Wouter zich nog geen raad wist met de paniekgevoelens zakte de moed hem regelmatig in de schoenen. ‘Iedereen deed leuke dingen, en ik zat zo vast in de paniek. Ik moest overal over nadenken (…) en het voelde alsof er een soort glazen muur tussen mij en de werkelijkheid stond. Het is heel eng om dat mee te maken.’
Toch is het Wouter gelukt om de angst, die zo lang zijn leven beheerste, onder controle te krijgen. Dat gunt hij anderen die met angst en paniek worstelen ook. Hij werkt daarom nu als coach, om anderen vanuit zijn ervaring te helpen. In De Bovenkamer geven hij en Abidi een aantal tips mee: hoe handel je nou het beste tijdens een paniekaanval?
De oplossing ligt niet in het voorkomen van paniekaanvallen: je moet ze leren verdragen. ‘Een persoon die een paniekaanval ervaart, kan het beste zo handelen dat hij zichzelf geruststelt’, weet Abidi. Gedrag inzetten om een aanval te voorkomen – zoals in een drukke bus naar één punt staren – is niet effectief; leren verdragen des te meer. ‘Dit is wat er gebeurt in mijn lichaam, en het gaat ook weer voorbij’, is een gedachte waarmee je kunt oefenen, legt de psycholoog uit.
Met die methode boekte Wouter succes. Hij verdiepte zich door middel van boeken en video’s, waarin ervaringsdeskundigen vertellen hoe zij de paniek overwonnen. ‘Zo werd ik steeds meer zelfverzekerd dat ik de angst aankon’, legt hij uit. ‘In die momenten dat het dan echt begon op te waaien als het ware, en die golf kwam, zei ik tegen mezelf: “Kom maar. Doe maar je ding, angst. Ik laat je over me heen komen, en accepteer dat je er bent. Maar ik probeer wel door te gaan met wat ik aan het doen ben.”’
'Dan zeg ik: meneer angst, we gaan samen naar de film'
Wouter heeft geleerd zijn angst te omarmen. Het is voor hem nu als een ongewenste vriend, die zo nu en dan weer opduikt. ‘Meneer angst komt soms weer langs; de ene keer bij de kapper (…) de ene keer bij de bioscoop. Dan zeg ik: “Meneer angst, we gaan samen naar de film. Ik ga jou laten zien dat ik je gewoon aan kan. En ik ga je laten zien dat er niets is om bang voor te zijn.”’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!