Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) constateert dat ongeveer de helft van de Nederlanders weinig vertrouwen heeft in de politiek. Deel drie van een serie: ongelijke behandeling.
‘Wij waren in Bellingwolde (een Gronings dorp met ruim 3000 inwoners tegen de grens met Duitsland, red.)’, herinnert Marieke Rietkerk, die als eindredacteur van het programma Typischop verschillende plaatsen in Nederland voor langere tijd neerstreek om het leven van alledag vast te leggen. ‘Het viel mij op dat mensen daar zijn mensen vaak veel afhankelijker zijn van een auto om op hun school of werk te komen dan in Hilversum, Den Haag of Amsterdam. Simpelweg omdat we het openbaar vervoer hebben overgelaten aan de markt kan een bus in een gebied waar minder mensen wonen al snel niet meer uit. Dat geldt ook voor supermarkten die verdwijnen en een tekort aan huisartsen of verloskundigen op het platteland. Dat heeft op veel plekken buiten de (Rand)stad voor heel veel ellende gezorgd.’
De overheid is er, volgens sommigen, voornamelijk voor de ander. Het Verwey-Jonker Instituut vat het samen als ongelijke behandeling, of wij-zij-denken. De “zij” gaat afwisselend over “de elite”, Randstedelingen, witte Nederlanders of juist mensen met een migratieachtergrond.
Serieus nemen
‘Overal hebben mensen het gevoel onvoldoende gehoord te worden’, volgens Rietkerk. Dat is aan niemand in het speciaal voorbehouden. ‘We willen gezien worden, serieus genomen worden, we willen dat er iemand is die zich om ons bekommert’, weet Rietkerk. ‘Dat voor sommige mensen de overheid daar niet meer de eerstaangewezen persoon voor is, dat herken ik wel. Wij merkten dat als wantrouwen tegenover de overheid ter sprake kwam zij juist elkaar opzochten of dingen zelf gingen doen.’
"De mensen in Den Haag en Hilversum"
In “gezien worden” is – naast de overheid – een belangrijke taak weggelegd voor de media, ontdekte Rietkerk. Een seizoen Typisch begon daarom steevast met vertrouwen winnen: ‘Er leeft op veel plekken een sterk gevoel dat “de mensen in Den Haag”, en net zo goed de “mensen in Hilversum”, vooral met zichzelf bezig zijn. Ze waren ontzettend blij dat we er waren, maar vooral: dat we bleven, voor langere tijd. We hebben deuren geopend bij mensen die helemaal niet naar de publieke omroep keken of zich niet verbonden voelen met wat er in Den Haag gebeurt. Dan kregen we na enige tijd te horen: “Jullie zijn wél betrouwbaar, aardig en écht geïnteresseerd.” Ze dachten dat dat helemaal niet meer bestond. Daar was echt een afstand.’
Representatie
‘Het gevoel van de Groningers dat als de aardbevingen in Amsterdam waren geweest, dat het dan veel sneller was opgelost, is natuurlijk volstrekt terecht’, gelooft Rietkerk. De ernst van een situatie begrijp je namelijk pas als je er bent en de mensen spreekt, zoals Stijn Bouma in het vorige artikel beargumenteerde. Om verhalen naar de politiek te vertalen en mensen het gevoel te geven dat deze er ook voor hen is, is goede representatie een must: ‘Ik denk dat het heel belangrijk is dat de mensen in de Kamer of in het kabinet veel minder op elkaar moeten lijken dan ze nu doen. Dat staat buiten kijf.’
"Jij weet niet hoe het hier werkt"
Ook op een lokaal niveau bestaat een gevoel van ongelijke behandeling, leerde journalist Kees Schaap toen hij in de door hem geliefde Bloemenbuurt-Noord in Hilversum ging wonen, waarover hij in 2007 de Zembla-uitzending Baas in eigen Buurt maakte. ‘In die wijk werden alle overlast gevende activiteiten gelokaliseerd. Ik vroeg mij daarom af hoe het kan dat iedereen in de gemeentepolitiek georganiseerd is, behalve de wijk met zoveel overlast gevende activiteiten.’ Die vraag bleek het antwoord: omdat er geen politieke organisatie is, gebeurt dat. Schaap ging de boer op, op zoek naar medestanders voor een buurtvereniging en ‘werd vierkant uitgelachen’. ‘“Jij komt zeker niet uit Hilversum?”, zeiden ze. “Jij weet niet hoe het werkt hier in deze gemeente.” De reden dat zij zich niet hadden georganiseerd had niets te maken met desinteresse of tijdgebrek; ze hadden de ervaring dat het toch niks uithaalt. De rijkere wijken - vol pensionado’s die ooit zelf wethouder, CEO of notaris waren - kennen het klappen van de zweep en hebben de juiste contacten. Het water loopt naar het diepste punt, in dit geval de Bloemenbuurt.’
Polarisatie
Driekwart van de Nederlanders denkt dat polarisatie toeneemt, blijkt uit recent onderzoek van het SCP. Meningsverschillen over maatschappelijke kwesties lijken groter te worden, voornamelijk in het politieke debat en op (sociale) media. Niet zozeer in de directe omgeving. Wij-zij-denken bestaat bij de gratie van anonimiteit, gelooft Rietkerk. ‘Op de plekken waar bijvoorbeeld bijna geen vluchtelingen wonen, zijn de mensen het meest woedend over hun komst. Dat komt omdat zij deze mensen niet kénnen.’
Begrip
Tijdens opnames in het Noord-Hollandse Muiden volgt Typisch een Syrisch gezin dat daar net is komen wonen. De vader van het gezin kan het goed vinden met zijn Nederlandse buurman. Toch is er een ding wat de buurman niet begrijpt: waarom de vader Syrisch blijft praten tegen zijn kinderen. De vader legt hem uit dat hij het belangrijk vindt dat zijn kinderen hun moedertaal niet vergeten. ‘Wat er dan ontstaat is een heel mooi gesprek. Daarmee is de oorspronkelijke gedachte “ze blijven ook maar in hun eigen taal praten” van de buurman veranderd in begrip in plaats van een tegenstelling. En dat is nou precies waarom wij het programma maakten: om te laten zien dat wanneer je iemand eenmaal kent die sentimenten wegvallen.’
Nederland vertrouwenland In een vijfdelige serie onderzoeken de VARAgids en bnnvara.nl hoe het vertrouwen tussen Nederlanders en de overheid kan worden hersteld. Daarbij volgen we vijf weken de vijf kernproblemen die het Verwey-Jonker Instituut in 2020 definieerde: onzichtbaarheid van de overheid, onzichtbaarheid van de burger, ongelijke behandeling, het niet horen van de burger en incompetentie.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!