Ieder persoon met een label kent eigen uitdagingen, maar vaak delen ze de ervaring met (zelf)stigma. Wat is stigma precies en hoe kun je het herkennen? Psycholoog en auteur Anita Hubner geeft antwoord op die vragen.
‘Voor de letterlijke betekenis van het woord stigma, gaan we terug naar de Griekse oudheid’, vertelt Hubner. ‘Stigma is het Griekse woord voor schandvlek. Dat kregen bijvoorbeeld misdadigers in die tijd op hun voorhoofd gebrand. Toen ontstond er een associatie. Wie een stigma had, was een slecht mens.’
‘De algemene definitie van stigma, is het toeschrijven van negatieve kenmerken aan een bepaalde groep’, licht Hubner verder toe. ‘Dat gebeurt bijvoorbeeld bij personen van kleur, LHBTQIA+-personen en dus ook bij mensen met een psychische aandoening.’ Die groep is groot: bijna de helft van de Nederlanders krijgt ooit in hun leven een psychische aandoening. Toch rust er nog een groot taboe op.
Hubner is auteur van het boek Vertel ik het wel of vertel ik het niet?, dat verscheen in 2021. Op dat moment liep ze al tien jaar rond met het idee om het boek te schrijven. Toen Hubner 21 jaar oud was, studeerde ze psychologie in Amsterdam. Haar studie werd ruw onderbroken toen ze werd opgenomen in een kliniek voor een psychose. In de kliniek had ze haar eerste ervaring met stigma.
‘Afstuderen, betaald werken: dat waren dingen die ik maar beter uit mijn hoofd kon zetten.’
‘Ze vertelden me dat ik nooit volledig zou herstellen van mijn psychose’, herinnert Hubner zich. ‘Afstuderen, betaald werken: dat waren dingen die ik maar beter uit mijn hoofd kon zetten. Iedere patiënt kreeg hetzelfde advies. Beschermd wonen in een psychiatrische wooninstelling en ons nuttig maken met vrijwilligerswerk.’
Hubner zette door en pakte haar studie aan de universiteit weer op. Op de dag van haar terugkomst, ging ze enthousiast op zoek naar haar vrienden. Helaas ontvingen zij haar niet bepaald met open armen: ‘Toen ik op hen afstapte, kozen ze ervoor om van mij weg te lopen. Zonder een woord te zeggen. Een enorm pijnlijke, maar vooral onverwachte ervaring.’
In 1999 studeerde Hubner af als psycholoog. Daarna stond ze al snel voor de volgende uitdaging. Bij het solliciteren naar een baan woog ze zorgvuldig af of ze wilde vertellen over haar psychose. ‘Daarin kreeg ik totaal geen begeleiding in mijn hersteltraject’, vertelt ze. ‘In mijn boek verwerkte ik alles wat ik in die jaren gemist heb. Ik vertel stapsgewijs welke vragen je jezelf kunt stellen bij het maken van zo’n afweging. Wat vertel je bij een sollicitatie? En wat vertel je op een eerste, tweede of derde date?’
In haar boek beschrijft Hubner ook hoe stigma er in de praktijk uitziet. Voor dit interview legt ze dat nog eens haarfijn uit, aan de hand van concrete voorbeelden. Dat maakt stigma namelijk herkenbaar, vertelt Hubner: ‘Tegenwoordig weten veel mensen wel wat het inhoudt. Maar lang ben ik wazig aangekeken. Mensen vonden het maar een abstracte definitie.'
Psycholoog en auteur Anita Hubner geeft uitleg over stigma
© Bonita de Leeuw
Publiek stigma omvat de vooroordelen die in de maatschappij heersen over mensen met een label. En daar is waar het volgens Hubner begint. ‘Bijvoorbeeld dat zij gevaarlijk, labiel of dramatisch zijn. De media kunnen dat beeld versterken. Denk maar aan krantenkoppen over een persoon in psychose die een delict pleegt. Je schrikt dan misschien eerder als je hoort dat een bekende een psychose heeft gehad. Want wat je las in die krantenkop, daar denk je als eerste aan.’
‘Dat publieke stigma kan angst oproepen bij iemand met een psychische aandoening’, vertelt Hubner verder. ‘Dan durven ze bijvoorbeeld niets erover los te laten op de werkvloer. Aan de ene kant is dat zonde: de werkgever krijgt zo geen kans om te ondersteunen. Aan de andere kant zijn de zorgen zo gek nog niet. Openheid kan leiden tot discriminatie en andere nare gevolgen. In het ergste geval krijgt een werknemer dan geen promotie of zelfs ontslag.’
Stigma vermindert wanneer mensen daadwerkelijk in gesprek gaan met iemand met een psychische aandoening, weet Hubner. ‘De vooroordelen en denkbeelden over labels zijn vaak onbewust. Wanneer je direct contact hebt met iemand met een label, dan heeft dat invloed op je waarneming. De vooroordelen en denkbeelden die je hebt worden aan het wankelen gebracht. Het is bewezen dat dat het meest effectief is tegen stigma.’
Vaak komen mensen op het punt dat ze die vooroordelen over hun label gaan geloven. We spreken dan van zelfstigma. ‘Je betrekt die vooroordelen op jezelf en internaliseert ze’, vertelt Hubner. ‘Het wordt dan onderdeel van je identiteit. Je kunt gedachten hebben als: misschien ben ik ook wel waardeloos. Of: ik draag ook niets bij aan de maatschappij. Vaak hebben mensen die kampen met zelfstigma een ontzettend laag zelfvertrouwen.’
Zelfstigma kan mensen met een label flink in de weg zitten. Hubner ziet dat het hen vaak belemmerd om stappen te zetten in het leven. ‘Soms gaat het zo ver dat mensen het niet eens meer willen proberen. Ze denken dat het hen toch niet gaat lukken om een baan vol te houden, dus solliciteren ze niet. Of ze denken dat hun label een relatie onmogelijk maakt, waardoor ze stoppen met daten.’
Hubner raadt mensen die worstelen met zelfstigma aan om hun eigen vooroordelen te onderzoeken. ‘In mijn geval voelde ik mij lang een zwakkeling omdat ik niet fulltime kan werken’, herinnert ze zich. ‘Dat is een goed voorbeeld van een hardnekkige overtuiging waar je naar kunt gaan leven. Probeer eens op een andere manier naar je gedachten te kijken. Wat kun je er tegenover zetten? En onthoud: het is maar een overtuiging, dat betekent nog geen waarheid. Als je je daar bewust van bent, ben je al op de helft.’
Lees dan de andere artikelen in de serie Leven met een Label.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!