Nederland wil zich met de Afrikastrategie duurzamer en aantrekkelijker positioneren als partner voor landen op het Afrikaanse continent. Maar: hoe moet een voormalig kolonisator dat doen en hoe zou ontwikkelingssamenwerking er anno 2023 uit moeten zien?
Stephan Komduur praat daar met universitair hoofddocent Ontwikkelingssamenwerking Sara Kinsbergen over in Vroeg!. ‘Ontwikkelingshulp zien we als iets uit het verleden, aan landen die hulpbehoevend waren. Ontwikkelingssamenwerking gaat over de wederzijdse economische en geopolitieke belangen, relaties en uitwisselingen tussen landen’, legt Kinsbergen uit.
Positie
In de 52 pagina’s tellende Afrikastrategie van het kabinet - dat in mei werd gepubliceerd - staat omschreven hoe Nederland zich als aantrekkelijke partner wil positioneren en hoe het zich wil verhouden tot de 54 landen op het Afrikaanse continent. Dat wil het doen door gerichtere en duurzamere investeringen. Niet dat we hulp bieden staat ter discussie, maar de manier waarop. Want: Nederland heeft de relatie met landen op het continent laten versloffen, het ‘for granted’ genomen, aldus Kinsbergen. Daarbij komt dat China en Rusland toenemend meer aanwezig zijn, en dus meer macht hebben op het continent. China investeert bijvoorbeeld heel veel in de infrastructuur en Rusland heeft een grote militaire invloed in bijvoorbeeld Sudan, Burkina Faso en de Centraal Afrikaanse Republiek.
China en Rusland bieden een handelsrelatie, niet een ontwikkelingssamenwerking. En dat is iets waar steeds meer landen op het Afrikaanse continent naar zoeken, vertelt Kinsbergen. ‘China wordt gezien als een "steady" en betrouwbare partner, doordat ze doen wat ze zeggen. Mensen zien direct de gevolgen – al dan niet positief. Ze zeggen dat ze een haven bouwen of een treinspoor aanleggen en dat is wat ze doen. "What you see is what you get." En dat is aantrekkelijk, maar heeft ook ongekende gevolgen door de schuldverplichting die landen aangaan’, zegt Kinsbergen.
Intenties
Kinsbergen is positief gestemd over de Afrikastrategie van het kabinet: ‘Er is een uitgesproken intentie om samen met de landen op een gelijkwaardige manier te werken. Er is meer aandacht voor hóé we ons willen verhouden en minder over wat we gaan doen.’ Kinsbergen: ‘Het is de eerste keer dat Nederland zo’n strategie publiceert. Dat laat de noodzaak en urgentie zien. De kernvraag is: hoe wil Nederland zich verhouden tot deze landen op het gebied van samenwerkingen met betrekking tot politiek, vrede en veiligheid, migratie, mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking, en wat voor samenwerking is dat op de lange en korte termijn?’
Belangen
Sinds 2012 is de gecombineerde agenda ‘hulp en handel’ toegenomen door onder andere het beleid van toenmalig minister Ploumen. Maar: een groter budget naar de handelskant roept vragen en kritiek op. Het Afrikaanse continent is rijk aan grondstoffen, vertelt Kinsbergen. ‘Nederland ziet daarin ongelooflijke kansen voor verduurzaming en de realisatie van de daarbij horende doelen. En dat proef je ook in de strategie. Een soort azen op verbeterde samenwerkingsrelaties om deels eigen belangen veilig te stellen’, zegt Kinsbergen.
Jongeren
De ‘oude’ strategie was meer gericht op beleid, per land ingericht, en had duidelijke plannen. Kinsbergen: ‘In de nieuwe strategie zie je dat er een rode draad loopt door de 54 landen. Eén daarvan is het grote aantal jongeren en de toekomst die zij hebben met ambities en dromen.’ In 2030 woont namelijk 42% van alle jongeren ter wereld op het Afrikaanse continent. Daarbij, vult Kinsbergen aan, is ‘er een groeiende roep van regeringsleiders, maatschappelijke organisaties, individuen en vooral jongeren, die een andere manier van omgaan en positie aan de onderhandeltafel eisen’.
Kinsbergen doet onderzoek in Kenia waar zij naar de rol van ontwikkelingsorganisaties vanuit Nederland kijkt. De mensen die zij spreekt in het Afrikaanse ‘lower middle income’-land vragen om een andere samenwerkingsrelatie dan die er nu is; een andere manier van benaderen. ‘Zo’n gecombineerde agenda past goed bij deze vraag’, aldus Kinsbergen.
Balans narratief en realiteit
Het excuses van de koning op Keti Koti illustreert een groeiend bewustzijn over de vraag hoe we ons willen verhouden tot landen die door Nederland werden gekoloniseerd en hoe je met internationale partners wil omgaan. Kinsbergen: ‘Gelijkwaardigheid is een cruciaal concept in de hele Afrikastrategie’. Voor Kinsbergen is er een onderscheid tussen wat het kabinet pretendeert en de realiteit: ‘Wat we pretenderen - het narratief - is dat de Afrikaanse agenda veel meer prioriteit moet krijgen. Daarmee proberen we afstand te nemen van hoe we ons in het verleden hebben opgesteld en niet onze eigen agenda te laten domineren. De realiteit is er een waarin de handelsagenda en de geopolitieke agenda in toenemende mate aandeel heeft in internationale samenwerkingen. Dat vind ik echt wel spannend.’ Kinsbergen stelt dat er daarom een balans moet komen tussen het narratief – wat het kabinet ambieert – en de realiteit. ‘Want: daarin zit een stevig spanningsveld.’
Vertrouwen
Het realiseren van de Afrikastrategie is ingewikkeld, zegt Kinsbergen. ‘Het is niet vanzelfsprekend dat er een toenemende mate van gelijkwaardigheid komt door gemeenschappelijke belangen, maar het is een oprecht voornemen. De vraag is: welk belang heeft de overhand? De intenties zijn er en dat is applaus, steun en vertrouwen waard.’ Voor Kinsbergen is het belangrijkste doel gelijkwaardigheid: organisaties ondersteunen en intensifiëren. En vragen stellen als: hebben jullie iets van ons nodig? En wat dan? En dan het lef hebben om dat te laten domineren in de eigen agenda.
Gelijkwaardigheid
Ontwikkelingshulp zou dus gedekoloniseerd kunnen worden door het over ontwikkelingssamenwerking te hebben en uit te gaan van gelijkwaardigheid. Daarbij moet je natuurlijk ook letten op (inclusieve)taal. Kinsbergen stelt ook dat met ontwikkelingssamenwerking niet (alleen) zonnepanelen of waterputten geïnstalleerd moeten worden, maar dat het bedrijfsleven gestimuleerd moet worden. Kinsbergen: ‘Denk aan het produceren van zonnepanelen, ondersteuning in hoe ruwe materialen worden verwekt die daar gevonden worden, en het creëren van werkgelegenheid voor die enorme groep jongeren.’ Nederland heeft een beleidsnota: ‘Doen waar Nederland goed in is.’ De focus ligt in de Afrikastrategie op landbouw en watermanagement. Volgens Kinsbergen zou de focus echter meer moeten liggen op het vinden van oplossingen voor klimaatveranderingen. Op de oorzaken en gevolgen van klimaatadaptatie, om de effecten te minimaliseren. Klimaatverandering is voelbaar en dat is wat Nederland en de landen van het Afrikaanse continent aan elkaar verbindt; nu en in de toekomst.
Thema's:
Meer over:
ontwikkelingssamenwerkingMeld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!