Waarnemend huisarts Zohra Moallemzadeh
© Zembla
Er is een enorm tekort aan huisartsen, de werkdruk is hoog en de kwaliteit komt daardoor in het gedrang. Hoe komt dat?
‘We raden u aan om te kijken op Thuisarts.nl of Moetiknaardedokter.nl, voor u belt’ - grote kans dat je deze boodschap hoort als je naar je huisarts belt. Ze komen om in het werk en maken zich grote zorgen over de kwaliteit en de toekomst van hun werk.
Veel huisartsenpraktijken voelen zich genoodzaakt maatregelen te nemen, waaronder: patiëntenstops, overnamen van huisartsenpraktijken door commerciële bedrijven en de digitale huisarts. Maar ook met die noodgrepen lukt het hen nauwelijks de nodige zorg te leveren en de kwaliteit en toegankelijkheid ervan te waarborgen.
Administratie
De werkdruk is ‘gigantisch’, volgens Evelien Vehof van Zembla.Onder andere door de explosieve toename aan administratieve taken. ‘Huisartsen zijn vaak nog maar de helft van hun tijd echt met de patiënt bezig; de rest van de tijd zijn ze kwijt aan patiënt-gerelateerde zaken, zoals: overleggen met collega’s, formulieren invullen en rondbellen – het wordt namelijk steeds moeilijker om patiënten door te verwijzen.’ Zo zijn artsen soms wel een halve dag bezig om voor een patiënt - die een doorverwijzing naar het ziekenhuis of verzorgingstehuis nodig heeft - een plek te vinden. ‘En dat gaat allemaal ten koste van de andere patiënten.’
Meer werk
Het takenpakket van de huisarts is de afgelopen jaren enorm uitgebreid. ‘Een deel van de zorg die eerder in het ziekenhuis plaatsvond - zoals diabetes, COPD en zorg voor hart- en vaatziekten - is er allemaal bijgekomen. Patiënten worden ook eerder ontslagen uit het ziekenhuis; ook die zorg is erbij gekomen’, legt Zembla-researcher Suzan Borst uit bij Vroeg!.
Een ander groot probleem: de opheffing van de bejaardentehuizen. ‘Daar merken we heel veel van’, vertelt huisarts Bart Bruijn. Mensen hebben maar een loket waar ze terechtkunnen. En dat zijn wij. Ze kunnen ons gewoon bellen en het probleem bij ons neerleggen. Ik moet wel proberen er wat mee te doen, ik voel me moreel verplicht om er wat mee te doen.’
Zorgverzekeraar bepaalt
Daar waar de huisartsen in 2006 (bij de invoering van de Zorgverzekeringswet) bang voor waren – dat de zorgverzekeraars te veel macht (over medicijn- of behandelingskeuze) zouden krijgen - lijkt werkelijkheid geworden. ‘In overleg met een apotheek weet een huisarts zeer uitstekend wat het beste voor de patiënt is, en niet de geldjongens. Die hebben geen flauw idee en horen die macht niet te hebben’, aldus Bruijn.
Huisarts Bart Bruijn
© Zembla
Alle handelingen die huisartsen uitvoeren, moeten ze verantwoorden aan die zorgverzekeraar. ‘Die willen alles, alles, alles verantwoord op papier hebben. Zodat wij niet “zomaar wat doen”.’
Kwaliteit van de zorg
Niet alleen de huisarts, maar ook de patiënt wordt de dupe van de hoge werkdruk. Met alle gevolgen van dien, zo vertelt Bruijn. ‘Naarmate de avonden langer worden en drukker zijn, maak ik vergissingen. Dat is absoluut waar. Dat is niet anders.’ Bruijn is niet de enige. Ook waarnemend huisarts Yoav Senft herkent dit: ‘Ik heb een situatie gemist waarbij een patiënt een hele heftige rugpijn had, die uiteindelijk bleek te komen door een infectie van de ruggenwervels en ook zenuwuitval. Die patiënt heeft daar een gedeeltelijke dwarslaesie aan overgehouden. Dat kwam echt omdat ik in de haast en gauwigheid – en met alle taken die op mijn bord lagen – niet kon zeggen: alles laten vallen en ik moet naar deze patiënt toe om haar thuis te bezoeken. De impact daarvan is waanzinnig groot.’
Waarnemend huisartsen
Steeds meer (beginnend) huisartsen kiezen ervoor om zogenaamd “waarnemend huisarts” te worden. Zij hebben geen eigen praktijk, maar werken als freelancer als invalkracht bij verschillende praktijken. Zo ook huisarts Zohra Moallemzadeh, die in haar vijf jaar als huisarts al een groot deel van Nederland heeft gezien. ‘Ik heb in Den Haag gewerkt, in Zoetermeer, in Rotterdam, Leeuwarden, Groningen en Enschede.’ Dit zorgt ervoor dat patiënten veel wisselende huisartsen hebben. ‘Het vertrouwde contact tussen patiënt en huisarts komt onder druk te staan. Het worden steeds meer wisselende contacten’, legt onafhankelijk zorgstelselexpert Gijs van Loef uit. ‘Dat is niet goed voor de kwaliteit van diagnostiek en het wordt steeds moeilijker om die vertrouwensband die er is, om die in stand te houden.’ Dat is een gemis, vindt ook Moallemzadeh. ‘Ik ben daarom huisarts geworden, om die relatie. Ik zou dolgraag een praktijk willen starten, maar ik voel me aan alle kanten niet gesteund daarin.’
Steeds meer huisartsenpraktijken worden opgekocht en overgenomen door commerciële partijen die meerdere praktijken runnen - oftewel ketens. Huisartsen worden door hen ingehuurd. Ook staat digitale zorg bij deze ketens centraal. 'Ze zien zichzelf als een toekomstbestendige praktijk, maar daar is niet iedereen het mee eens', aldus Frank Evenblij bij Dijkstra & Evenblij ter plekke.
Patiënten klagen over moeilijk bereikbare artsen en ook het personeel is lang niet altijd tevreden. 'In Zwolle stapten in een keer 20 medewerkers op nadat de praktijk een half jaar eerder was overgenomen door het bedrijf Comed', vertelt Erik Dijkstra.
Huisarts Nienke Rijkers maakt zich zorgen om deze ontwikkeling. 'Die ketens daar zitten investeerders in - die hebben het geld om al die praktijken op te kopen, maar zoals bij elk bedrijf met investeerders willen zij uiteindelijk ook rendement zien. En dat betekent dat zorggeld dat eigenlijk bedoelt is om zorgverleners hun werk te laten doen, uiteindelijk weer terugkomt bij die ketens - en bij investeerders.'
Zorgelijk, vindt ze. 'Zorggeld moet naar zorgmedewerkers gaan, daar betalen allemaal premie voor. En daarbij: als een arts dingen aanneemt waarbij je kunt discussiëren of dat ethisch verantwoord is, dan staat heel Nederland op zijn kop (...) maar die investeerders kunnen elke deal aangaan zonder dat iemand zich daar zorgen over maakt. Dan heet het marktwerking.'
De kwaliteit van de zorg bij ketens komt in het geding. 'Dat heeft er mee te maken dat management niet verantwoordelijk is als het misgaat, maar medewerkers wel.'
ChatGPT (een kunstmatige intelligente chatbot) wordt steeds vaker gebruikt voor het beantwoorden van medische vragen. En wat blijkt? De antwoorden zijn zowel uitgebreider als aardiger dan die van echte artsen, blijkt uit onderzoek. Is dit de toekomst?
Dit is nog maar een onderzoek, er is dus vervolgonderzoek nodig om duidelijk te krijgen of dit echt een uitkomst kan bieden in de toekomst, aldus Tobias Bonten, huisartsonderzoeker eHealth, bij De Nieuws BV. Een vervanging kan het niet zijn, gelooft Bonten: 'De huisarts kent de persoon en weet wat de achtergrond en familie is. Dat maakt toch dat je de medische data anders gaat interpreteren en een ander advies zult geven.' Ook huisarts Peter Dekkers vreest niet voor zijn baan, en noemt ChatGPT een verrijking: 'AI gaat ons heel erg ondersteunen de komende jaren. Wij doen nu heel veel handmatig - iedere dag hetzelfde.'
Op dit moment raadplegen mensen vaak Google voor ze naar de huisarts stappen, maar dat levert een groot probleem op: 'het internet is nogal hypochondrisch', aldus Bonten. 'Het is aan de huisartsen om de hypochondrie die het internet genereert een beetje tegengas te geven. Daar blijven zij altijd voor nodig.' Want ook ChatGPT baseert zich op informatie uit een database - informatie die ook via Google gevonden kan worden. 'Het is de vraag hoe betrouwbaar die informatie dus is', aldus Dekkers.
Dat de chatrobot aardiger, of empathischer wordt gevonden, heeft te maken met een ding: tijd. De antwoorden die de robot genereert kan hij in enkele seconden typen. Daarom zijn de antwoorden langer en kost het de robot geen extra tijd te beginnen met teksten als: 'wat vervelend dat je je zo moe voelt'. Teksten die een huisarts - met tijdgebrek - vaak te veel tijd kosten waardoor zij het medisch advies verkiezen boven een eerste empathische reactie.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!