‘Er is geen betere maand voor oogst van Nederlandse peulen dan juni. Maar Albert Heijn haalt ze uit Zimbabwe’, schrijft Sjoerd van de Wouw van Wakker Dier op Twitter. Kan dat niet anders?
Die peulen hebben voor ze in de supermarkt liggen een vliegreis van zo’n tien uur achter de rug. Deze reizen - van oogstland naar consumptieland – worden ‘voedselkilometers’ (food miles) genoemd. Een term die al zo’n zesentwintig jaar geleden voor het eerst wordt gebruikt door SAFE Alliance (nu bekend onder de naam Sustain) in een rapport over de milieueffecten van de toegenomen wereldhandel. Sindsdien maken deze voedselkilometers de onzichtbare kosten voor milieuschade zichtbaar. Zodoende betalen we voor peulen uit Zimbabwe een hoge 'prijs'.
Peulen uit Zimbabwe
Supermarkten zeggen duurzaamheid belangrijk te vinden, dus waarom dan nog peulen uit Zimbabwe? Volgens de woordvoerder van Albert Heijn is het Nederlandse peulenaanbod simpelweg te laag om alle supermarkten te bevoorraden. Dat heeft volgens de woordvoerder van Jumbo te maken met het Nederlandse klimaat, dat niet geschikt zou zijn voor grote peulenproductie. De productie is inderdaad te klein, zo bevestigt de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) aan RTL Nieuws. Maar dat heeft niks met het klimaat te maken, maar met de kosten. ‘Ze worden met de hand geoogst, en omdat de kosten daarvoor hoger werden dan de consumenten bereid waren te betalen, worden de peulen tegenwoordig niet meer op grote schaal in Nederland geteeld.’ En dus laten we ze overvliegen uit Zimbabwe, waar mensen bereid zijn de peulen tegen een lager uurloon te plukken. De onzichtbare (milieu)kosten nemen we voor lief.
Lokaal
De voedselkilometers doen ons geloven dat groente en fruit van Hollandse bodem de beste keuze is, maar dat is niet altijd zo. ‘Het is best ingewikkeld’, weet voormalig Groen Licht-presentator Elena Lindemans. Veel groente en fruit wordt in Nederland in kassen verbouwd, en deze kassen gebruiken veel energie om te verwarmen. ‘Om die reden kan een tomaat uit Spanje dus toch weer duurzamer zijn dan eentje van Nederlandse bodem. Het vervoer met de vrachtwagen heeft dan een kleinere impact op het milieu dan het verwarmen van de kassen in Nederland.’ Maar de vuistregel blijft: ‘Alles wat met het vliegtuig komt, niet doen.’
Afwegingen
Peulen zijn slechts één voorbeeld. Er zijn meer groente- en fruitsoorten die zowel in ons land als in het buitenland groeien en elkaar beconcurreren in de supermarktschappen. In het kader van duurzaamheid is het, volgens de LTO, van groot belang dat producten die in Nederland geproduceerd worden in het oogstseizoen niet uit het buitenland worden geïmporteerd en dat de supermarkten ‘het frame van “altijd de laagste prijs” loslaten’. Daarover willen ze de komende jaren met hen in gesprek.
Supermarkten
Jumbo, Lidl en Aldi zien ook het belang van zoveel mogelijk groent en fruit van Nederlandse bodem. Ze zeggen ernaar te streven zoveel mogelijk uit eigen land te willen halen. Ook Albert Heijn ziet deze behoefte bij Nederlanders groeien en geeft aan dat de helft van hun verse groente en fruit uit Nederland komt. ‘Zo dichtbij als mogelijk, en zo ver weg als noodzakelijk’, aldus Albert Heijn. Bij Lidl is deze keuze afhankelijk van ‘de kwaliteit en beschikbaarheid. Indien deze niet volgens onze (kwaliteits)eisen geleverd kunnen worden, wijken wij soms uit.'
Jumbo heeft een motto in het leven geroepen: ‘Van dichtbij als het kan, verder weg als het moet’. Producten van Hollandse bodem zijn daar te herkennen aan het ‘van Dichtbij logo’, laat de woordvoerder weten. Voor producten die onvermijdelijk uit het buitenland moeten worden gehaald, zoals tropische vruchten, maakt Jumbo ‘zoveel als mogelijk gebruik van vervoer over zee en land’.
Aldi zegt wanneer het in Nederland niet het juiste seizoen is, uit te wijken naar Spanje. Echter blijft het vinden van een juiste balans tussen prijs en milieubelasting lastig: ‘We willen namelijk graag betaalbare groente en fruit beschikbaar hebben voor onze klanten.’
Albert Heijn is van plan de komende jaren samen met de Nederlandse groente- en fruittelers flink te verduurzamen, met als doel: ‘Een langdurig gezond verdienmodel in elk seizoen, nu en in de toekomst.’
Seizoensgroente
Wie tegenwoordig op een willekeurige dag de supermarkt binnenloopt, kan uit het groente- en fruitassortiment niet opmaken welk seizoen het is. Het aanbod is op ieder moment nagenoeg hetzelfde. ‘Wij hadden vroeger een moestuin’, aldus Elena. ‘Ik wist niet beter dan dat we groente en fruit van het seizoen aten.’ Tegenwoordig loopt dat door elkaar. ‘De consument is het contact met de natuur steeds meer kwijtgeraakt en denkt weinig na over de herkomst van voedsel.’ De kennis over seizoensgroenten en -fruit is daarmee weggezakt. ‘Toch zou ook de prijs van een pakje aardbeien in februari al een belletje moeten doen rinkelen. Je betaalt dan wel vier euro per bakje.’
Verantwoordelijkheid
De supermarkten geloven dat de consument ‘ook buiten de Nederlandse zomer graag aardbeien eet’, aldus de woordvoerder van Aldi. Jumbo noemt het ‘kijken naar klantbehoeften’. Onzin, volgens Elena. De supermarkt draagt een verantwoordelijkheid om duurzame keuzes te maken voor de consument, vindt Elena. ‘Zij weten dat wat zij neerleggen, verkocht wordt. De consument staat niet in februari op de barricade omdat zij aardbeien wil hebben. Daarom hoop ik dat supermarkten daar verantwoordelijkheid in nemen.’
Nederland móet eerlijker en gelijkwaardiger. Help je mee? Steun BNNVARA en doneer.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!