Schrijver en rapper Massih Hutak vindt dat je als je ergens nieuw bent, je je moet verhouden tot wat er al was. Tot zijn grote spijt ziet hij zijn stadsdeel Amsterdam Noord gebukt gaan onder het proces dat gentrificatie heet. Waarom strijdt hij tegen dit proces?Hutak woont sinds 2002 in Amsterdam Noord. Voor hem komt daar alles samen: ‘Op jonge leeftijd ben ik vanuit Afghanistan naar Nederland gekomen. Wij hebben in verschillende asielzoekerscentra gewoond. Daar zat ik met kinderen van over de hele wereld op school. Ik zag dat allemaal terug in Noord.’
Maar die diversiteit is nu in gevaar, vertelt Hutak in
De Nieuws BV: ‘Dat is het beleid van wijken verwaarlozen en, bij gebrek aan een beter woord, kwetsbare bewoners in grote concentraties in wijken plaatsen. Terwijl je vanaf het begin al had moeten mengen. Nu hoor je iedereen zeggen dat we mensen uit verschillende sociale klassen in een wijk moeten plaatsen. Maar mijn vraag is: waarom zijn we daar niet veel eerder mee begonnen?’
GentrificatieHet opwaarderen van een achterstandswijk door groepen te mengen heet gentrificatie. Stedelijk strateeg Najah Aouaki legt het in
De Nieuws BV uit: ‘In dit proces zie je dat een wijk, die heel lang verwaarloosd is om verschillende redenen, wordt opgewaardeerd. Dat wordt dan gezien als een manier om investeringen en kapitaalkrachtige bewoners aan te trekken, met als doel dat het doortrekt naar iedereen.’
Maar in de praktijk werkt het helaas niet zo. Hoewel beleidsmakers verwachten dat groepen die zich vestigen in deze wijken zich zullen gaan mengen met de bestaande bewoners, ontstaat er juist een parallel universum volgens Hutak. ‘Het idee is dat je mensen van buitenaf nodig hebt, omdat zij een bijdrage zullen leveren aan de ontwikkeling van de oorspronkelijke bewoners of ondernemers. Maar de realiteit heeft aangetoond dat het niet zo werkt’, vertelt Aouaki.
Sterker nog: gentrificatie gaat ten koste van de oude bewoners. Dat weten we al sinds 2007: na de aflevering ‘Goede wijken, slechte wijken’ van
Zembla wordt duidelijk dat deze aanpak niet inclusief is. Oude flats slopen in achterstandswijken
en daarvoor in de plaats nieuwbouw koopwoningen plaatsen lost niets op, is de conclusie. Het gaat juist ten koste van de kwetsbare groepen; die raken daarmee hun huisvesting kwijt. Hutak zag dit gebeuren in zijn geliefde stadsdeel: ‘Ik zag het mengen ineens gebeuren, maar ten koste van de oude bewoners. Dat zijn juist de mensen die decennialang hebben geroepen om bepaalde voorzieningen. Nu die voorzieningen er eindelijk komen, moeten zij als eersten weg.’
Gevolgen De gevolgen zijn zowel voor ondernemers in de wijk als het onderwijs kwalijk, legt Aouaki uit: ‘Het idee is dat nieuwe bewoners, die kapitaalkrachtig zijn, geld uitgeven.’ Maar volgens haar zien we tijdens zo’n proces juist nieuwe winkels ontstaan die gericht zijn op een nieuwe doelgroep: de nieuwe bewoners. Ondernemers die al in de wijk actief zijn, worden vaak overvallen door deze ontwikkelingen. Ook in het onderwijs ziet Aouaki parallelle werelden ontstaan: ‘Het is niet zo dat als je wijken mengt, dat er gemengde scholen ontstaan. Er ontstaan juist separate scholen.’