Raïsha Zeegelaar
Chan Santokhi, de president van Suriname, roept Surinaamse Nederlanders op om mee te helpen aan de opbouw van het land. In een persoonlijk zoektocht, reist programmamaker Raïsha Zeegelaar in Ons Suriname naar haar land van herkomst. We spraken haar vlak voor vertrek.
‘Het was een klap op de realiteit van: het loopt niet lekker in Suriname’, zegt programmamaker Raïsha Zeegelaar over de oproep die de Surinaamse president Chan Santokhi doet vorig jaar tijdens zijn bezoek aan Nederland. ‘Blijf niet langer aan de kantlijn zitten, take action en raak betrokken’, zegt hij tegen de 360.000 Surinaamse Nederlanders. Zij zouden moeten verhuizen naar hun land van herkomst om mee te helpen aan de opbouw. Suriname verkeert namelijk in een financiële crisis. Zeegelaar voelt zich aangesproken en besluit in het nieuwe programma Ons Suriname namens jonge Surinaamse Nederlanders te onderzoeken in welke sectoren er hulp nodig is en of zij daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren. ‘Iedereen zal de situatie in Suriname begrijpen, en voor zichzelf kunnen beantwoorden of die bereid is er heen te gaan’, aldus Zeegelaar.
Beide ouders van Zeegelaar zijn Surinaamse Nederlanders, en zijzelf is geboren in Almere. ‘Mijn moeder heeft me niet heel cultureel opgevoed, maar ergens toch wel echt Surinaams. Ik spreek een beetje Surinaams, eet Surinaams en het spirituele heb ik altijd meegekregen, dat zorgt voor verbinding.’ Maar het land zelf heeft Zeegelaar al vijftien jaar niet kunnen bezoeken. ‘Ik vind het heel spannend om weer een nieuwe connectie te maken. Ik voel wel altijd in mijn hart: Suriname is mijn land en ik ben Surinaams.’
Strategische agenda
Suriname verklaart zich op 25 november 1975 onafhankelijk van Nederland. Datzelfde jaar emigreren ongeveer 40.000 inwoners van het toen ongeveer 360.000 inwoners tellende Suriname naar Nederland. Tegenwoordig woont de helft van de Surinamers in Nederland en de Verenigde Staten - vaak de mensen die hoogopgeleid zijn. ‘Van de beroepsbevolking in Suriname heeft 5 procent hbo of hoger gestudeerd. Onder de Surinamers in Nederland is dat 45 procent. We hebben die mensen echt nodig om onze strategische agenda te kunnen uitvoeren’, zegt Santokhi tijdens zijn bezoek aan Nederland.
De Surinaamse president benadrukt in zijn oproep ook dat hij de Surinaamse Nederlanders die zich willen inzetten voor de heropbouw, zal faciliteren. Zo ligt er een wetsvoorstel klaar om hen de Surinaamse nationaliteit te geven, die ze nodig hebben om aan het werk te kunnen. Zeegelaar vindt het vooral belangrijk dat er een plan klaarligt. ‘We moeten zekerheid hebben dat we kunnen werken en onze huur en boodschappen kunnen betalen. Ik zou het leven hier niet achterlaten zonder te weten wat je gaat doen daar.’ Het liefst zou ze ook niet van beroep wisselen. ‘Ik werk hier in de media en organiseer evenementen, die bijdrage zou ik daar kunnen leveren. Het lijkt me supertof om daar aan de slag te gaan in de media; bijvoorbeeld een jongerenplatform oprichten waar je veel met jongeren praat. Zij zijn echt de toekomst daar. We focussen ons ook op hen in het programma.’
Reacties
Zeegelaar is benieuwd naar de reacties van de Surinaamse bevolking. ‘Wij hebben sowieso een hele andere mentaliteit. Ik ben benieuwd of zij wel op ons zitten te wachten en hoe de combinatie tussen de twee bevolkingen zal zijn.’ Misverstanden wil ze voorkomen. ‘Het is niet dat wij als Nederlanders daar heengaan en laten zien hoe het moet. Ik streef naar een gezamenlijke opbouw.’
Antwoorden
Uit haar bezoek aan Suriname hoopt ze vooral antwoorden te krijgen. ‘Je krijgt niets mee over de maatschappelijke situatie als je bijvoorbeeld naar RTL4 kijkt. Ik hoop een duidelijk beeld te schetsen voor iedereen hoe het nu is en wat er nodig is zodat we de volgende stap kunnen zetten. Wat dat is gaan we zien.’
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!