Over moedwil en misverstand in de communicatie en relatie van Nederland met Suriname
Donderdag 16 juli 2020 om 10:00 uur Surinaamse tijd is het dan zo ver: de beëdiging van president Santokhi. Een nieuwe start voor Suriname en de kans op een herstart van de relatie met voormalig kolonisator Nederland. Dat er veel moet gebeuren om de bekoelde relatie op kamertemperatuur te krijgen is wel duidelijk.
Zo was er afgelopen juni nog een stevig incident in de media. De verkiezingen in Suriname van 25 mei waren amper achter de rug of in de Nederlandse pers was al een sensationele headline bedacht: ”Santokhi werkt mee aan uitlevering Bouterse aan Nederland”. Zowel de minder als meer ‘serieuze’ Nederlands pers veranderde in op rood vlees beluste paparazzi en zagen, in een uit de context gehaald en onjuist geïnterpreteerd citaat uit een interview met aankomend president Santokhi, de perfecte blikvanger. “We kijken uit naar het rechtshulpverzoek van Nederland en we kijken uit naar wat het advies zal zijn van de procureur-generaal”, waren de letterlijke woorden van Santokhi. Op zoek naar een eigen waarheid was deze zinsnede een welkome voorzet voor de inmiddels gewraakte krantenkoppen. Toen Santokhi’s partij VHP na het lezen van de headlines per kerende post duidelijk maakte dat deze interpretatie onjuist was en om correctie verzocht, werd dit vervolgens in verschillende vaderlandse media uitgelegd als het “terugkeren van Santokhi op zijn eerdere uitspraak”. Niet verwonderlijk was de golf van verontwaardiging in de Surinaamse pers en social media over het Nederlandse journaille die ‘neokoloniaal gedrag’ werd verweten. Uittredend president en Santokhi’s rivaal Bouterse maakte dankbaar gebruik van deze ophef, door een dag later in een statement via zijn eigen Surinaamse propagandazender het gesprek van Santokhi met de pers te typeren als een met “zijn vrienden in Holland”. Wie in de Nederlandse pers eventueel moeite had om de context te begrijpen, had bijvoorbeeld de “proclamatie samenwerking” van de vier coalitiepartijen van 30 mei jl. kunnen terugluisteren, toen de Surinaamse pers Santokhi vroeg of een mogelijke prioriteit was “om Bouterse op te sluiten”. Zijn antwoord was: “De politiek sluit geen mensen op, de regering sluit geen mensen op.” Met andere woorden, de politiek houdt zich afzijdig en de mechanismen van justitie zijn aan zet. Exact zoals hij dat bedoelde in het gewraakte citaat.
Maar er is meer. Men moet ook beseffen dat het Nederlands, zoals zich dat eeuwenlang in de voormalig kolonie ontwikkelde, eigen finesses en nuances kent ten opzichte van dat zoals het in Nederland zelf wordt gebezigd. Een misinterpretatie ligt dan snel op de loer, ook voor de niet op sensatie beluste journalist. Waar de verschillen met bijvoorbeeld het Zuid-Afrikaans en Vlaams Nederlands sneller onderkend worden, lijkt hier nog een blinde vlek te bestaan. Het Surinaams Nederlands heeft, mede gevormd door de cultuur, op veel onderdelen een andere stijl en sommige woorden hebben gewoon een andere betekenis dan die in het oer-Hollands. Dat uit zich in voor Nederlanders soms bloemrijk of plechtig taalgebruik, zoals bijvoorbeeld door Bouterse die in het eerder aangehaalde statement aangaf, dat hij met Santokhi had gesproken en dat hij hem “tot zijn eer” moest nageven dat er niet was gesproken over samenwerking in een regering. Tot zijn eer is hier dus Santokhi recht doen door correct weer te geven wat wel en niet was besproken. Soms hebben dezelfde woorden in beide talen een andere betekenis. In Suriname ontstond in 2015 vanuit de samenleving een protestbeweging tegen de regering Bouterse onder de naam ‘we zijn moe’. Surinamers waren het falende beleid zat , maar protesteerden juist week in, week uit en jarenlang onvermoeibaar. Of een ander voorbeeld: als je een Nederlander vraagt hoe het met hem gaat, is zijn standaardantwoord ‘druk’. Vraag het een Surinamer en hij zal zeggen ‘rustig’. Op het oog twee tegenstrijdige antwoorden, terwijl beiden waarschijnlijk hetzelfde bedoelen te zeggen.
Naast de interpretatie van de taal is er natuurlijk de veelbesproken moeilijke diplomatieke relatie. Enerzijds vanuit Suriname door de jarenlange anti-Nederlandse houding in het tijdperk van Bouterse met het wegsturen van de Nederlandse ambassadeur als dieptepunt. Anderzijds door Nederland, door het onvoldoende geadresseerde koloniale verleden en de als belerende paternalistisch ervaring houding, die vooral het eigen superioriteitsgevoels lijken te weerspiegelen: soms in de rol van de postkoloniale bemoeial die het altijd beter weet, dan weer in de rol van het voormalige moederland die zich manifesteert als redder van het ‘verloren onvolwassen kind’. Surinamers zijn die houding moe. Waar Nederland als geen ander land ter wereld de kunst van diplomatie tot in puntjes beheerst, zo moeilijk heeft zij het in het zich verhouden tot de bestaande en voormalige overzeese delen van het koninkrijk. Dat werd afgelopen week nog eens pijnlijk duidelijk ten aanzien van Caribisch Nederland. De eeuwenlange overheersing lijkt mentaal maar moeilijk te worden afgeschud. Tel daarbij op de infameuze – misschien wel vergeven maar zeker niet vergeten – uitspraken van minister Blok en het is duidelijk dat met het aantreden van Santokhi we nog maar aan de basis staan van wat uiteindelijk een volwaardige relatie kan worden.
De Tweede Kamer deed, direct na de verkiezing van Santokhi als president, een terechte oproep aan de regering om de banden met Suriname te herstellen. Er is ook zoveel reden toe. Twee landen met een gedeeld verleden en een aan het voormalig wingewest verwante populatie in Nederland, die qua omvang misschien wel net zo groot is als die van heel Suriname zelf. Een diaspora die in de startblokken staat om de schouders onder de nieuwe toekomst van Suriname te zetten, waarin volop economische kansen voor beide landen wenken. Alleen in een ‘relatie 2.0’ op basis van wederzijds respect, gelijkwaardigheid en synergie kan dat potentieel tot bloei komen. Met een oprechte bejegening van en getrouwe verslaglegging door de vaderlandse journalistiek. Kenny B spreekt zich in zijn zomerse ballade ‘Parijs’ uit voor communicatie zonder barrières, exact zoals beide landen dat nu nodig hebben. Suriname heeft met het wegsturen van Bouterse de deur naar normalisatie van de betrekkingen opengezet. Premier Rutte pakte de handschoen direct op door dinsdag 14 juli in een persoonlijk telefoongesprek Santokhi te feliciteren met zijn benoeming als president. De ene regeringsleider feliciteert de andere als een zichtbare erkenning van gelijkwaardigheid: het gebaar strekt het volk van Suriname tot zijn eer.