Coen Verbraak sprak voor zijn boek Oorlogskinderen en programma Onze jongens op Javamensen met een bijzonder verhaal. Een korte cursus oorlogsinterviewen door de meester zelf.
Heb je de Tweede Wereldoorlog met je ouders besproken? Mijn vader heeft één vaste oorlogsanekdote: hij moest tijdens de hongerwinter soep halen voor het gezin, tien meter voor het portiek gleed hij uit en de soep lag op straat. Ik heb hem dat verhaal wel honderd keer horen vertellen. Maar als je bij zo’n verhaal zou vragen: ‘Was je bang?’ dan krijg je al een heel ander verhaal. Hoe begin je een gesprek over de oorlog met bijvoorbeeld je oma of je vader? Met tastbare vragen. Ging je gewoon naar school? Wat merkte je van de oorlog? De oorlog zit nog steeds in die koppen van mensen die kind waren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op sommige herinneringen mag dan beton gestort zijn, maar het vuurtje is nog niet uit. Ernaar vragen kan er voor zorgen dat het vuurtje geblust wordt. Als je je moeder of oma bevraagt, gaat het ook over je eigen familie, dus vraag vanuit je oprechte belangstelling. De geïnterviewde moet voelen dat-ie in vertrouwde handen is. Ik ben vorig jaar met mijn vader – hij is bijna negentig – en zijn zus rondgereden door zijn oude buurtje. Bij een speeltuintje zei mijn tante tegen mijn vader: ‘Daar stond jij op het dak. Weet je nog dat een Duitse soldaat je er toen af heeft gehaald?’ Dan zie je het zelf ook ineens voor je, de oorlog, op die plek. En dan realiseer je je: mijn vader leefde toen al.
Coen Verbraak met oud Indië-veteranen uit Onze jongens op Java
Heb je een vraag in je gereedschapskist die je vaak gebruikt? Je kunt sommige vragen inzetten, maar daar red je een gesprek niet mee. Ik stel best vaak de vraag: ‘Zou de jongen die jij als kind was trots zijn op de man die je nu geworden bent?’ Dat is een mooie vraag. In dit geval kun je stellen: is dat boek van de oorlog al dicht? Ik stelde bij de oorlogsgesprekken best vaak de vraag: ‘Droomt u nog over de oorlog?’ ‘Ja,’ zeggen ze dan. ‘Over eten.’ Of beter: over het kamp, waar ze geen eten hadden. Als je met je gevoel luistert naar zo’n verhaal, komt er altijd wel iets bijzonders.
Moet je het gesprek opnemen? Een van de mensen die ik voor het boek sprak, verstijfde toen ik het apparaat aanzette – zo diep zit de angst. Ik zou het zeker opnemen, al is het maar om de stem van je opa op band te hebben. Ik heb als jongen mijn opa van 87 geïnterviewd. Uniek om die stem te hebben. Ik zeg er ook altijd bij, wanneer ik het apparaat aanzet: u vindt het toch ook belangrijk dat ik het goed opschrijf?
Heb jij ook je oma of vader geïnterviewd over de Tweede Wereldoorlog? Mail dan (alleen bij toestemming geïnterviewde) het audiobestand of uitgewerkte tekst via oorlogskinderen@bnnvara.nl. Bij voldoende aanmeldingen worden de beste verhalen afgedrukt in de VARAgids.