Vluchtelingen klaar om de oversteek te maken in Izmir
© Trippers
In een nieuwe aflevering van Trippers reizen Emma Wortelboer en Eva Cleven af naar Turkije om de vluchtelingencrisis in dit land met eigen ogen te zien. Ze spreken met smokkelaars over het bijzondere werk dat ze uitvoeren. Maar hoe is het om smokkelaar te zijn?
De vluchtelingen en Turkije zijn de dupe van de Turkijedeal. Simpel gezegd: een afspraak om de vluchtelingen in Turkije te laten stranden in plaats van ze door te sluizen naar Europa in ruil voor een berg geld. Meer weten over deze deal? Eerder deze week schreven we er dit stuk over.
Maar veel vluchtelingen proberen toch, koste wat het kost, de oversteek naar Europa te maken door met kleine bootjes de tocht naar een van de Griekse eilanden, vlak voor de Turkse kust, te wagen. Dit doen ze onder leiding van smokkelaars. En dat gebeurt op grote schaal vanuit Izmir. Waar de straatverkopers zwemvesten, zaklampen en reddingsbanden in het assortiment hebben en de hotels vol zitten met vluchtelingen.
Winkels in Izmir
© Trippers
Zonder smokkelaar kom je als vluchteling niet naar de overkant. Mensensmokkel is illegaal werk, toch zijn er genoeg mensen die dit werk uitvoeren. Emma Wortelboer spreekt in Trippers met een van deze smokkelaars. Deze man geeft aan dat ze in ‘pakketten’ werken. Van tien tot vijftien mensen. En iedere smokkelaar heeft een beperkte taak. Ze werken deel voor deel. Hij brengt ze onder in een hotel, een andere smokkelaar brengt ze ‘over’. Het geld wordt aan het einde verdeeld. ‘Als een persoon goed is overgekomen dan meldt hij dat. Dan krijgt iedereen die heeft meegedaan zijn geld. Zo wordt het afgehandeld.’
Smokkelaar, onherkenbaar in beeld
© Trippers
Iemand die de oversteek naar Europa wil maken kan kiezen onder welke omstandigheden hij dat wil doen. Tenminste, als hij geld heeft. Anders valt er namelijk niks te kiezen. Maar de rijke vluchteling kan een ‘pakket’ uitkiezen. ‘Met een eenvoudig bootje kost het 650 tot 750 euro per persoon. Wil je met een speedboot dan begint het vanaf duizend euro. In Bodrum worden ook mensen op jetski’s overgezet.’ Het komt erop neer dat wanneer er voldoende betaald wordt er van alles mogelijk is. Betaal je genoeg dan kan je vanaf Izmir direct naar Italië worden gebracht. Maar dat geld hebben de meeste vluchtelingen natuurlijk helemaal niet. Die zijn aangewezen op de krakkemikkige bootjes. Heb je helemaal geen geld dan zit er niets anders op dan je te vestigen in Turkije. Waar je een identiteit-loos bestaan staat te wachten.
Vluchtelingen wonen in een park in Izmir
© Trippers
Smokkelaar: ‘Deze mensen moeten naar Europa. Iemand moet ze brengen. En het verdient ook goed. Veel mensen profiteren ervan’, zegt een Turkse smokkelaar tegen Emma. Volgens hem ligt de schuld niet bij hem en zijn collega-smokkelaars. ‘Wij zijn die oorlog niet begonnen. (…) Wij doen niks slechts. Die mensen moeten vluchten. Wij hebben de meeste van hen geholpen om weg te komen uit oorlogsgebied. (…) De troep die regeringen hebben veroorzaakt proberen wij op te ruimen.’
Emma in gesprek met een smokkelaar in Izmir
© Trippers
De smokkelaar zegt nog nooit te hebben meegemaakt dat er op een van de door hem georganiseerde oversteken iets misging. ‘Als ik dat zou meemaken zou ik het waarschijnlijk nooit meer doen. Ik zou het niet kunnen verdragen als er een kind doodgaat. Maar dat soort dingen gebeuren. (…) Niet alleen in de oorlog vallen doden. Ook tijdens de vlucht gaan er mensen dood. Jullie noemen het smokkelen. Wij noemen het reizen. Het is geen voorwerp dat gesmokkeld wordt. Het gaat om mensen. Ik noem het een reis naar de hoop.’
Emma in gesprek met een smokkelaar in Izmir
© Trippers
Toch verdienen de smokkelaars er grof geld mee. Dat is volgens de smokkelaar niet onredelijk. ‘Zonder geld kun je niet bestaan. Alles gaat om geld. Je hebt mensen die het goed doen en mensen die het slecht doen. Ik doe het werk goed.’ Er zitten volgens hem een hoop rotte appels tussen die vluchtelingen op een onveilige manier vervoeren of oplichten. ‘Dat is een slechte zaak. Maar ik zie mezelf niet zo.’
Ooit hoopt de smokkelaar dat zijn werk niet meer nodig is. Dat de oorlog voorbij is. ‘Dit is niet een bestaand beroep. Het is een sector die door de oorlog is ontstaan. Het is niet blijvend. Ik hoop het niet.’
Nederland móet eerlijker en gelijkwaardiger. Help je mee? Steun BNNVARA en doneer.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!