Amber Kortzorg met haar vader
© Amber Kortzorg
In Alles is famiri reist Amber Kortzorg door Suriname aan de hand van haar persoonlijke geschiedenis. Een impressie, aan de hand van haar foto’s.
‘Alles is famiri was in eerste instantie een puur journalistiek project. Ik wilde bijdragen aan een verruimde blik op Suriname, want de Nederlandse kranten belichten alleen maar de corruptie of de economische malaise. Suriname is meer dan dat. Uiteindelijk is het ook een persoonlijke zoektocht geworden: een kans om mijn Surinaamse familie te leren kennen en een herontdekking van de band met mijn vader.
Vader
Hij kwam als zestienjarige in Amsterdam terecht. Later is hij met mijn moeder getrouwd, een Nederlandse. Zij heeft me opgevoed. Mijn vader heeft hier nooit wortel kunnen schieten. Acht jaar geleden is hij geremigreerd naar Suriname. Op deze foto (foto bovenaan artikel) staan we in de Palmentuin in Paramaribo. Lekker buiten, in de zon, tussen héél veel vogeltjes. Het beeld is me dierbaar. We staan er allebei lachend op, in een ontspannenheid die er lang niet is geweest. Ik heb niet zoveel foto’s van ons samen. Ik zie mezelf terug in hem: in de neus, de ogen, de krulletjes.’
Knuffelsgracht
‘Dit straatnaambordje in Paramaribo vind ik geweldig. Er bestaat ook een Brasaplein (brasa betekent ‘omhelzing’ in het Sranatongo, red.), in de stad Nieuw-Nickerie. Iets waarin Suriname diametraal van Nederland verschilt, is de aandacht die er voor anderen bestaat. Voor het maken van een persoonlijke connectie. Misschien komt dat wel door het gebrek aan sociale voorzieningen, zoals een goede zorgverzekering of pensioen.
In ieder geval is de Surinaamse cultuur fysieker. Mensen raken elkaar aan, knijpen iemand even in de nek, zitten op feestjes bij elkaar op schoot. Nederland is individualistischer, hier heb je dat veel minder.’
Plantage
‘Met mijn neef Rodney ben ik op zoek gegaan naar de plantage van onze voorouders. Sommige zijn gerestaureerd en goed te bereiken, maar niet die van onze betovergrootmoeder. Zij werkte als tot slaaf gemaakte op suikerplantage Santa Barbara aan de Surinamerivier, op een uur varen van Paramaribo. Wij moesten onze weg ernaartoe met een kapmes uithakken. Op een gegeven moment vonden we een terrein met de restanten van de fabriek waar suiker geperst werd. Dat was de plek waar wij vandaan komen. Deze boom stond ook op de plantage. We zijn er even op gaan uitrusten, na alle emotionele indrukken.’
Positie van vrouwen
‘Deze vrouwelijke politieagenten zijn aan het oefenen voor Srefidensi, oftewel Onafhankelijkheidsdag. Suriname werd op 25 november 1975 onafhankelijk van Nederland en dat wordt groots gevierd. Ik vind het mooi dat het vrouwen zijn. De positie van vrouwen in Suriname is nog steeds achtergesteld. Ze zorgen voor de kinderen en zijn minder geëmancipeerd dan in Nederland, ook op het gebied van werk – al hebben velen van hen drie of vier banen ernaast, om rond te kunnen komen.’
Marrons
‘Twee goudzoekers, vader en zoon, en hun goudwinningsgebied. Ze zijn marrons, afstammelingen van tot slaaf gemaakten die gevlucht zijn naar de jungle. Mij intrigeert het contrast tussen het uitgegraven, verwoeste gebied en het ongerepte regenwoud daarachter. De goudzoekers zijn zich er bewust van. Ze kampen met gewetenswroeging, want marrons leven van oudsher dicht bij de natuur. De man rechts is onze regisseur, Hesdy Lonwijk. Hij is ook een marron. Zijn familie komt uit het gebied, dus ook voor hem was het maken van deze televisieserie heel persoonlijk.’
Werken in plaats van naar school gaan
‘Een vismarkt in Nickerie, een rijstdistrict in het westen. Ik was er twee minuten en had al een gesprek met deze jongens en hun vader. Het ging over leven en dood, over de economie – heel diepgaand meteen, typisch Surinaams. De vader vertelde dat de inflatie zo hevig is dat hij niet meer rondloopt met een paar bankbiljetten op zak, maar met een dik pak geld. Hij werkt zeven dagen per week. De jongen links is veertien jaar oud. Op dinsdagen zit hij vis te verkopen met zijn vader, in plaats van naar school te gaan. Iedereen moet zijn steentje bijdragen.’
Warm gevoel
‘Aan de Surinamerivier in Paramaribo, op de dag voor mijn vertrek. Dit was een moment waarop ik besefte dat ik me thuisvoelde in Suriname, iets wat ik tijdens twee eerdere bezoeken niet had gehad. Ik heb hier met mijn vader een biertje zitten drinken – hij heeft de foto gemaakt. Het was bijzonder om tijd met hem door te brengen in het land van onze gezamenlijke voorouders. Voor mij zijn een paar puzzelstukjes op hun plek gevallen. Suriname is zo’n mooi land. Het heeft me veranderd, op een spirituele manier. Ik ga zeker nog eens terug.’
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!