Het is tijd dat de oude generatie bestuurders plaatsmaakt voor jongeren, volgens jurist Sophie Kuijpers: ‘Bedrijven veranderen te langzaam.’ Daar is Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn het mee eens: ‘Mits jongeren goed opgeleid worden.’
Jurist Sophie Kuijpers vindt dat de besturen van beursgenoteerde bedrijven te vol zitten met 'boomer-bestuurders'. Met de term boomer refereert ze aan de oudere generatie, vertelt ze in De Nieuws BV. Volgens haar hebben zij niet de sense of urgency - het gevoel van urgentie - die jongeren wel hebben als het op problemen als klimaatverandering aankomt.
Klimaataansprakelijkheid
Kuijpers ziet veel weerstand rondom wetgeving over klimaat bij bestuurders van grote beursbedrijven. Bedrijven zijn bang voor klimaataansprakelijkheid, zegt zij: ‘Dat hebben we allemaal recent gezien met Shell. Dus moeten we niet eens plaats gaan maken voor wat jongere mensen in besturen en raden van commissarissen bij grote bedrijven?’ Zo creëren we volgens haar meer welwillendheid omtrent klimaat in het bestuur van bedrijven. ‘Over dertig jaar zijn wij, jongeren, er nog wel, maar de mensen die zich verzetten misschien niet meer.’
Deze discussie en thematiek is Jan Anthonie Bruijn niet geheel onbekend, vertelt hij in De Nieuws BV: ‘Ook in de raad van toezicht van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten hebben we deze discussie gevoerd. We leiden daar jonge kunstenaars op, maar we zagen dat er in die raad van toezicht alleen maar vijftigers en zestigers zitten. We hebben toen gezegd dat we een jongere erin willen. We hebben daarom net een dertigjarige dame aangenomen.’ Erg belangrijk, want het gaat juist om jongeren, vertelt hij: ‘Het gaat om de toekomst van jongeren en je zou ook op het hoogste bestuurlijke niveau inzicht moeten hebben in hun leefwereld. Hoe zij tegen de toekomst aankijken bijvoorbeeld.’
Jurist Sophie Kuijpers
Inspraak
Daarbij is leeftijdsdiversiteit erg belangrijk, vertelt Bruijn: ‘Ik heb me altijd verbaasd over het feit dat in het bestuur van het land, waar de wetten worden gemaakt en de beslissingen worden genomen, de effecten daarvan pas veertig jaar later zichtbaar worden. Terwijl de mensen die het treft niet in het bestuur zitten.’ Jongeren zouden mee moeten kunnen praten over beslissingen, met alle voor- en nadelen die die beslissingen hebben, volgens hem: ‘Niet alleen als kiezer of als lid van een politieke partij, maar ook door middel van deelname aan de gemeenteraad, de Provinciale Staten of de Eerste of Tweede Kamer.’ Het is belangrijk dat ze echt aan tafel zitten, aldus Bruijn. Maar dat zou ook kunnen betekenen dat er plaats gemaakt moet worden, volgens Kuijpers: ‘Als ik een bestuurder was, dan zou ik zeker kritisch kijken naar mijn positie.’ Ook in selectiecommissies is er een gebrek aan jongeren, zegt Kuijpers: ‘Als er in selectiecommissies alleen maar ‘witte oudere mensen’ zitten, dan komt die verandering ook langzaam. Want het is heel menselijk dat je zoekt naar herkenning.' Ook daar valt nog veel winst te behalen, volgens haar.
Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn
'Het is belangrijk dat jongeren meedoen in de politiek, want het gaat over hun toekomst.'
Toezichthoudende functies
Toch ligt het iets gecompliceerder, licht Bruijn toe: ‘Men was huiverig om jongeren aan te nemen, omdat de benodigde competenties, kennis en vaardigheden in toezichthoudende functies tijd kosten om op te bouwen. Dan kom je niet altijd automatisch bij jongeren uit.’ Daar is Kuijpers het niet mee eens: ‘De jongeren van nu beginnen veel eerder met het opbouwen van kennis en ervaring.’ Ervaring en kunde is ook volgens Kuijpers belangrijk, maar volgens haar is dit meer een oproep om bewust na te denken: ‘Kijk naar aan wie we nu de voorkeur geven. Is dat nog logisch in tijden van een klimaatcrisis? Dan denk ik dat we mogen bewegen naar een jongere generatie.’
Maar daarbij is het wel belangrijk dat jongeren in zo’n geval goed worden opgeleid, licht Bruijn toe: ‘Je moet jongeren dan wel de kans geven om in zo’n toezichthoudende rol goed te functioneren. Dit kan door middel van een opleiding. Zo maak je dit idee realistischer.’ Het weerbaar maken van jongeren is ook belangrijk, omdat het toetreden tot een toezichthoudend orgaan een zware taak is en eventuele reputatieschade met zich mee kan brengen, zegt hij.
Animo
Echter is het daarbij wel van belang dat jongeren zelf de politiek in willen, benadrukt Bruijn: ‘Politieke partijen in de Eerste Kamer die mensen op lijsten zetten zijn blij wanneer jongeren zich willen kandideren voor de Eerste Kamer, Provinciale Staten of een gemeenteraad.’ Het aanwakkeren van interesse bij jongeren is misschien nu wel belangrijker: ‘Het zit meer in de kunst van het betrekken van jongeren en het motiveren om mee te doen, dan in keuzes maken in het overweldigende aanbod. Er kunnen best meer jongeren meedoen aan de politiek, en dat wil ik dan ook aanbevelen.’
Kuijpers kreeg vele berichten van jongeren naar aanleiding van een opiniestuk in de Volkskrant met de titel: 'We kunnen niet op boomer-bestuurders wachten om bedrijven klimaatbewust te maken.' Zij geven aan dat ze klaarstaan om te beginnen in de politiek. Zoals zijzelf, vertelt ze.
Kuijpers en Bruijn zijn het erover eens: er zouden meer jongeren in verschillende besturen en raden moeten komen. Daarom wil Bruijn jongeren, zoals Kuijpers, adviseren om vooral te solliciteren: ‘Als je in de grote kranten kijkt, zie je in het weekend veel advertenties waar toezichthouders worden gevraagd. Solliciteer dan gewoon.'
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!