De dood van George Floyd laat het wederom zien: racisme is nog altijd een groot probleem. Om dat uit te roeien moet er veel veranderen. En een logisch begin is de opvoeding. Maar hoe zorg je ervoor dat kinderen niet toch onbewust racistische denkpatronen overnemen? In De Nieuws BV sprak Renze Klamer met pedagoog Minchenu Maduro en opvoedjournalist Nynke de Jong.
Kinderen zien kleur De wetenschap heeft aangetoond dat jonge kinderen wel degelijk zien dat er verschillen zijn in huidskleur. Maduro benadrukt dat iedereen natuurlijk kleur ziet: ‘Heel vaak hoor je volwassenen met alle goede bedoelingen zeggen “ik zie geen kleur”, maar dan moet je letterlijk kleurenblind zijn. Je ziet gewoon het verschil, en dat is helemaal niet erg. Het is juist belangrijk om dat bespreekbaar te maken. Kinderen zijn heel puur, die geven dat gewoon aan: “Hé, jij ziet er anders uit dan ik”.’
Leeftijd Al vanaf negen maanden kunnen kinderen het verschil onderscheiden, mits ze eraan blootgesteld worden. Het is dus belangrijk dat baby’s al andere etniciteiten zien, zowel kinderen als volwassenen.
Witte wijk Nynke de Jong geeft aan dat haar kinderen opgroeien in een witte woonwijk en naar een witte school gaan. Ze vertelt hoe tijdens het tekenen haar vierjarige dochter een beige potlood omhoog houdt en zegt ‘dat dit huidskleur is’. Voor De Jong aanleiding om uit te leggen dat er nog vele andere huidskleuren zijn. Ze heeft de norm ‘dit is huidskleur’ dus al van iemand anders ingegeven gekregen.
Is het in een witte wijk dan makkelijker of moeilijker om dit soort issues aan te kaarten? ‘De verantwoordelijkheid is daar nog groter’, zo zegt Maduro. ‘In een multiculturele wijk hebben kinderen al veel meegekregen. Maar in de witte wijk moeten kinderen een afspiegeling van de maatschappij meekrijgen. We leven in een multiculturele samenleving, waarin we elkaar verrijken. Onze verschillen zijn verrijkend!’
Roze Ook presentator Renze Klamer ging het gesprek aan met zijn dochter. Zij heeft een zwarte moeder en is zich bewust van haar huidskleur. Klamer vraagt haar welke kleur ze zou willen hebben. Het antwoord: 'Roze.' Maduro stelt dat dit wellicht ingegeven wordt door het feit dat veel prinsesjes in bijvoorbeeld sprookjes een roze huid hebben. ‘Heel veel kinderen identificeren zich daarmee, daarom is het zo belangrijk om kinderen meer kleuren aan te bieden.’
(tekst loopt door onder videospeler)
Zwarte Barbie Klamer kocht al eens een zwarte Barbie. Disney heeft een hele lijn producten die voortvloeien uit de animatiefilm Vaiana, waarin een getint meisje de hoofdrol speelt. Maduro noemt de winkel Coloured Goodies, waar bijvoorbeeld poppen met een afro verkrijgbaar zijn. De Jong vroeg bij de eerste verjaardag van dochter Janne haar schoonouders om een donkere pop cadeau te doen.
Pop met reuma Klamer vraagt zich af of dan echt elke groep vertegenwoordigd moet zijn in de poppencollectie. Bijvoorbeeld een pop met reuma. Onnodig volgens Maduro: ‘Het gaat erom dat je kinderen leert dat er verschillende mensen zijn, maar dat we allemaal mens zijn.’ En het gaat niet alleen om speelgoed, je kunt bijvoorbeeld ook op YouTube bewust uit de bubbel stappen.
Verschil Volwassenen vinden het vaak ongemakkelijk, maar Maduro roept dus juist op om de verschillen te benoemen, die ervoor zorgen dat mensen anders behandeld worden. ‘Leer kinderen dan ook dat zij hun stem kunnen laten horen, als ze dat zien gebeuren in de klas of in de omgeving. Daar kun je wat van zeggen, in plaats van stil te zijn.’
Museum Klamer vraagt zich af of je witte kinderen dan moet meegeven dat zij profijt hebben van hun huidskleur. Maduro antwoordt met een volmondig ja: ‘Dat klinkt best wel hard, maar alleen zo kun je kinderen duidelijk maken dat zij het verschil kunnen maken, ook in een witte omgeving. Heel veel ouders denken dat omdat zijzelf niet racistisch of bevooroordeeld zijn, hun kinderen dat ook niet zijn. Maar zo werkt het niet.’ Ze adviseert om naar musea te gaan, bijvoorbeeld het zeer kindgerichte Tropenmuseum, om de gezamenlijke geschiedenis te leren kennen.
Opvoeding De Jong vertelt dat zij ondanks haar antiracistische opvoeding, toch dingen deed die wel degelijk racistisch zijn. Een docent van Indische komaf noemde zij steevast ‘pinda’, maar haar ouders corrigeerden dat niet. Zelf zou zij dat nu wel bij haar eigen dochter doen. Maduro raadt aan om dan het woord niet enkel te verbieden, maar uit te leggen waarom het niet door de beugel kan.
Spiegels en ramen Maduro besluit: ‘Kinderen hebben spiegels en ramen nodig. Spiegels om zichzelf te herkennen, en ramen om anderen zichzelf zien te ontwikkelen. Kinderen met een migrantenachtergrond hebben helaas vooral veel ramen.’
Meer over opvoeden? Nynke de Jong maakt de opvoedpodcast ‘Ik Ken Iemand Die’.