Sinan Can was vorig jaar in Irak en dacht: ik kap ermee, ik stop met mijn oorlogsverslaggeving vanuit het Midden-Oosten en blijf voortaan lekker in mijn woonplaats Nijmegen. Steeds bovenop dat oorlogsleed zitten, zonder dat er iets aan te doen valt. Steeds die verhalen in het hoofd, als een oorlogsfilm. Een hoge tol voor de opbrengsten van het werk: gelauwerde documentaires, geïnformeerde tv-kijkers in Nederland. Maar wat hebben de mensen in de oorlogsgebieden daaraan?
Hij besprak zijn twijfel tijdens een reis met een Irakese man. ‘We bevinden ons pas in de hel zodra niemand meer ziet dat we pijn lijden,’ zei deze man tegen Can. ‘Als de rest van de wereld ons vergeet omdat journalisten er geen verslag meer van doen, dan is dat pas hel. Daarom moeten jullie blijven komen. Hoe zwaar het ook is voor jullie.’
‘Dit is een van de redenen dat ik toch terug blijf gaan,’ zegt Can nu. ‘Wat ook heel erg helpt, is dat ik iets kan terugdoen, dat is bijna therapeutisch voor mij, zo zie ik het echt.’
Iets terugdoen kan zéker. Lezers van de
VARAgids en andere geïnteresseerden doneerden afgelopen weken € 25.562,90 voor ruiten en een kachels voor een Afghaans jongensweeshuis, zodat zij in de winter ook les kunnen krijgen. En er is geld voor een Afghaans meisje dat aan één kant verlamd is, zij krijgt fysiotherapie en speciaal schoeisel. Het was alles bijelkaar op vijfduizend euro begroot. Er is nog bijna twintigduizend euro over.
Lees meer: Wat deed Sinan Can met de 7692,20 euro die hij ophaalde?