© Unsplash
En dat is geweldig! Maar hoeveel impact heeft dat nou op het grotere plaatje? Niet genoeg, volgens journalist van de Groene Amsterdammer Jaap Tielbeke in Vroege Vogels. ‘Ik denk dat om deze overweldigende ecologische crisis het hoofd te bieden, echt structurele verandering nodig is. En ja, degenen die dat het beste vorm kunnen geven zitten in het parlement en de kabinetten.'
Wie is verantwoordelijk?
Tielbeke noemt zich in zijn jonge jaren al een natuurfanaatje. Hij groeit op tussen de insecten in de tuin, collecteerde voor het Wereld Natuur Fonds en ondertussen maakt hij zich grote zorgen over de invloed van de mens op de wereld. Maar de spotjes, van Postbus 51, waar hij mee opgroeit, bieden hem hoop. ‘Als we allemaal ons steentje bijdragen - het licht uitdoen als we van huis gaan, afval scheiden - dan komt het uiteindelijk wel goed.’ Maar zo eenvoudig bleek het niet. ‘We zijn nu dertig jaar verder en de ecologische crisis is eigenlijk alleen gegroeid. Dus ik denk niet dat dat de route is die ons uiteindelijk verder helpt. Sterker nog: ik denk dat het ons in de weg kan zitten.’
Hoe zit dat?
Een beter milieu begint dus niet bij jezelf. En des te langer wij dat denken, des te moeilijker het wordt deze crisis op te lossen, volgens Tielbeke. De focus ligt namelijk verkeerd. ‘Ik denk dat dat gehamer op individuele verantwoordelijkheid en de obsessie met je eigen levensstijl ook de structurelere oorzaken buiten beschouwing laat en de ware schuldigen of de ware verantwoordelijken voor klimaatverandering buiten schot laat.’
Met deze verantwoordelijken bedoelt Tielbeke de grote industrie. Zij blijven buiten schot. Maar hij gaat nog verder. Niet alleen worden deze bedrijven passief van de ‘verantwoordelijken-lijst’ gestreept; zij werken daar zelf actief aan mee. ‘Het is geen toeval dat er vanuit de fossiele industrie actief campagnes zijn gelanceerd om de verantwoordelijkheid bij de consument te leggen.’
Een voorbeeld hiervan is de campagne van BP in 2005. ‘Zij hebben toen het idee van de ecologische voetafdruk gepopulariseerd. Het idee was: voordat je naar ons gaat wijzen, kijk eerst eens naar wat je zelf doet.’ En zo zijn er nog tal van voorbeelden. Iets waar Tielbeke kwaad van wordt. ‘We moeten juíst de pijlen richten op die vervuilende industrieën en niet met het belerende vingertje naar elkaar of in de spiegel wijzen.'
Kennemer Duinen, Bloemendaal
© Unsplash
Enkel kwade bedoelingen?
Maar niet in alle gevallen spreekt het bedrijfsleven de consument enkel aan op zijn verantwoordelijkheid. In sommige gevallen is het ook een samenwerking. Samen groener worden. Veel bedrijven wíllen ook groener worden en investeren om dat plan te realiseren. ‘We moeten zorgen dat die ontwikkelingen gestimuleerd worden.’ En daarvoor moeten we naar Den Haag. ‘(…) door wet- en regelgeving.’
Is bewustwording van de consument onnodig?
Op zichzelf is er volgens Tielbeke niks mis met het creëren van bewustwording onder consumenten. Maar er is, volgens Tielbeke, in de jaren negentig, toen deze problematiek voor het eerst aan het licht kwam, te optimistisch gedacht over deze crisis. ‘Het geloof was: we kunnen dit oplossen met zijn allen. Als we met zijn allen bij elkaar komen en de politiek gaat eraan staan. Het is ook een kwestie van bewustwording dat de consument een steentje bijdraagt. Maar we kunnen nu wel concluderen dat zeker dat politieke antwoord achterwege is gebleven.’
Een natuurlijke reactie, volgens Tielbeke, om je in tijden van crisis af te vragen wat je kan doen. Maar daar zit ook gelijk de denkfout. ‘Het stoort mij een beetje dat we die vraag vaak beantwoorden in termen van: wat kan ik bijdragen als consument? En niet: wat kan ik bijdragen als burger?'
© Unsplash
Zijn we dan helemaal niet verantwoordelijk voor het probleem?
Met de leus: een beter milieu begint niet bij jezelf, bedoelt Tielbeke dus absoluut niet dat de burger achterover kan leunen terwijl het bedrijfsleven het probleem oplost. Wat hij wil zeggen is dat we niet als consument onze verantwoordelijkheid moeten pakken maar als burger.
Wat kan jij doen?
Je kan ten minste een keer in de vier jaar stemmen voor een partij die actief werk maakt van klimaatbeleid. Dat is het minste wat je kunt doen, aldus Tielbeke. Maar je kan meer! ‘Politiek actief worden door mee te praten of je te bemoeien met het klimaatbeleid van je eigen politieke partij.’ Maar ook: de straat op gaan. ‘Het afgelopen jaar hebben we dat gezien en ik denk dat dat echt wat uit kan halen. In Nederland hadden we natuurlijk de klimaatmars, om te pleiten voor een eerlijk en ambitieus klimaatbeleid. Ik denk dat dat wel degelijk wat heeft bijgestuurd in het ontwerp van het huidige klimaatbeleid. Het gaat nog lang niet ver genoeg, maar dat is een belangrijke manier waarop je maatschappelijke druk kunt uitoefenen.’
Een andere manier is door middel van rechtszaken. In Nederland hebben we de Urgenda-zaak tegen de Staat gehad. ‘Om eindelijk die lakse politici in beweging te krijgen.’ Maar zo zijn er ook rechtszaken tegen de fossiele industrie en tegen de uitbreiding van luchthavens, en rechtszaken aangespannen door mensen die (gezondheids) klachten ondervinden ten gevolge van klimaatverandering.
Kortom: een beter milieu begint niet bij jouw consumentengedrag, maar bij de maatschappelijke druk die jij uitoefent op de politiek.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!