Piet Hermus is boer en klimaatactivist. De personificatie van twee groepen die de laatste tijd vaak tegenover elkaar staan, maar in de kern juist veel met elkaar gemeen hebben.
‘Ik was op 10 maart 2019 de eerste actievoerder met een trekker in de Randstad.’
Tijdens de klimaatmars reed boer Piet Hermus op zijn trekker mee in de stoet. ‘Daar keken ze wel van op; een trekker met platte wagen en een stuk of vier spandoeken.’ Deze spandoeken stonden even daarvoor nog langs de A16, de weg van Amsterdam naar Parijs (de plek waar het Klimaatakkoord werd gesloten). Twee jaar geleden besloot Hermus namelijk dat het genoeg was. ‘Elke dag rijden er 120.000 voertuigen langs, die stuk voor stuk CO2 ‘uitbraken’. Op die manier zet je het (spandoek) weg op de plek van het probleem.’
Hermus kan de woede en de gang naar het Malieveld van zijn mede-agrariërs goed begrijpen. ‘Wij boeren komen in de knel en je voelt je als beroepsgroep gemarginaliseerd. Dan maakt het niet uit of je veeboer, akkerbouwer, biologisch of gangbaar bent. Heel de groep voelt dat. De een start dan zijn trekker en gaat naar het Malieveld, de ander doet andere dingen.’ Daarom bestaat er nu een landbouwcollectief, met als doel: perspectief voor zo veel mogelijk boeren.
Toch voelt Hermus zich niet verbonden met de zogenoemde Farmers Defence Force. ‘Dat is mijn persoonlijke ding, maar ik snap wel dat mensen daar sympathie voor hebben.’ Het staat hem tegen dat deze groep actievoerende boeren het klimaatprobleem ontkent, terwijl collega-boeren er de dupe van worden. Onder de boerenberoepsgroep zijn namelijk ook veel aardappel- en penenboeren, zoals Hermus, die veel schade ondervinden van de verandering van het klimaat. ‘De Farmers Defence Force monopoliseert hun probleem en zegt te spreken voor alle boeren.’ Maar dat is dus niet zo, want veel boeren ondervinden dus de nodige problemen ten gevolge van klimaatverandering. Deze boeren worden volgens Hermus door de Farmers Defence Force beschouwd als klimaatsalafisten. Daarom wil hij deze groep, het ene uiterste, dichter bij het andere uiterste, de klimaatactivisten, brengen. ‘Bruggen bouwen.’
De trekker van Piet Hermus tijdens de klimaatmars in Amsterdam
Maar niet alleen tussen de actievoerders moeten bruggen gebouwd worden. Ook het wederzijds begrip tussen boer en burger moet groeien, volgens Hermus. ‘De maatschappij kijkt weg, ze vinden boeren maar viezeriken, vervuilers en gifmengers.’ Maar ondertussen rijden de auto’s rustig door en stijgen er talloze vliegtuigen op vanaf Schiphol. ‘Wij die ons eigen gif veroorzaken, zo leven we. Dan moet je toch rap aan de bak om de oorzaak niet alleen buiten jezelf te zoeken, maar ook naar jezelf te kijken. En dat doen mensen niet graag, dat is hoe we zijn. We leggen de schuld liever buiten onszelf.’ Iedereen heeft volgens Hermus een belangrijk aandeel, ook al zijn we maar zo’n klein land. ‘Als je het zelf niet doet dan heb je ook geen recht van spreken om het de ander op te leggen.’
En het blijft niet bij woorden. Hermus besluit een aantal belangrijke gasten aan zijn keukentafel uit te nodigen. Onder anderen milieuactivist en directeur van Urgenda Marjan Minnesma, voorzitter van MOB (Mobilisation for the Environment) Johan Vollenbroek, hoogleraar Integrale Stikstofstudies Jan Willem Erisman en een collega melkveehouder gingen met hem en elkaar in gesprek. ‘Je moet toch een oplossing zien te bedenken voor het stikstof-, klimaat- en biodiversiteitsprobleem.’ Er moet namelijk een plan worden gemaakt voor de hele maatschappij, aldus Hermus. En op dat plan ‘broeden’ ze nog even.