Enkele vogels die opvallende gele- of oranjeogen hebben, zitten in de soortengroep van de uilen-, kiekendieven en roofvogels. Maar de Slangenarend met zijn uilachtige kop en grote gele ‘priemende’ ogen is voor mij de opvallendste. Deze grote 'biddende' roofvogel -hangt hoog drijvend op stijgwinden in de lucht- en wordt regelmatig -gelijkmatig verdeeld- in Nederland waargenomen. Op zijn trektocht vanuit Afrika en Zuid-Europa komt de jonge vrijgezelle slangenarend steeds vaker in Nederland terecht om de zomer door te brengen. Deze vogel met de ’maten’ staand: 62 – 69 cm en die een spanwijdte heeft van: 165 – 195 cm is een forse arend. Slangenarenden lijken in hun bouw op een grote lichte Buizerd en daarom treedt er nog wel eens verwarring met die soort op.
Slangenarenden leven vrijwel uitsluitend van reptielen en dan vooral -zoals de naam al zegt- van slangen. Deze worden gezocht door vrij langzaam boven open gebieden te ‘zweefvliegen’ -waarbij de Slangenarend veelvuldig bidt- met hangende poten en een naar beneden gerichte kop. Overwegend ring- en gladde slangen, maar ook adders worden genuttigd -die voorzichtig worden behandeld- want de vogel is allerminst immuun voor slangengif. Daarnaast worden ook hazelwormen en andere hagedissen verorberd. De aanwezigheid van verschillende geschikte voedselterreinen -in de natuurreservaten van Nederland- verklaart de aanwezigheid van een lang pleisterende Slangenarend. Omdat de door hen bejaagde prooidieren 's winters niet voorhanden zijn, trekken Slangenarenden in de herfst naar het zuiden. De soort overwintert ten zuiden van de Sahara. Slangenarenden broeden in het oosten, zuidoosten en zuidwesten van Europa.
De soort was in de 20ste eeuw in ons land een echte dwaalgast. Na de eerste vogel in 1907 (Oldebroek Gl) duurde het tot 1959 (Nijefurd Fr) en 1979 (Wijdenes NH) voordat de volgende solitaire vogels ons land aandeden. Tot medio jaren 90 was deze soort in Nederland een zeldzame dwaalgast -met slechts zeven gevallen tot 1993- maar vanaf 1996 gebeurt het regelmatig dat in reptielenrijke gebieden. De stand van de waarnemingsteller staat op dit moment (mei 2015) alweer op tien exemplaren. Slangenarenden overzomeren; soms één, maar soms ook twee exemplaren. Vaak gaat het daarbij om onvolwassen vogels. Nationaal Park de Hoge Veluwe, en het Fochteloërveen zijn gebieden waarin zomers regelmatig Slangenarenden kunnen worden waargenomen. (Bron: overzicht aantallen Slangenarend, Sovon.)
Lees meer
Blijf op de hoogte
Houd mij per mail op de hoogte van nieuwe reacties op deze foto.
InloggenLog in om te reageren
InloggenNog geen account? Registreer je nu
Upload en deel je foto's
Foto uploaden