De krooneend is een schaarse broedvogel voor Nederland. Hun voorkeur biotoop; ze houden zich graag op in het moeras, op plassen en meren. Bij voorkeur in vrij ondiepe meren met een rijke planten- en/of wiervegetatie. Deze kranswieren zijn het belangrijkste voedsel van de krooneend, dat zo nu en dan wordt aangevuld met kleine slakken en andere waterdieren. Krooneenden zijn op hun mooist -in hun ‘balts’ verenpak- begin voorjaar. Vooral de mannetjes zijn kleurrijk, -‘zuurstokroze’ koraalrode snavel en geeloranje kop ook de poten zijn inclusief de zwemvliezen oranje/rood. Een paar jaar geleden –op zomervakantie in Denemarken- ontdekte ik een groep op het Søndersø meer, van ca. twintig vogels. De eerste oogopslag, gelijktijdig met het ‘vaststellen’ van deze eendensoort, vielen me de vrouwtjes het eerste op. Door hun kastanje bruine bovenkop – bijna gelijkend op de koptekening van een nonnetje (vrouw)- en daarna de kleurrijke mannetjes met hun ‘zuurstokroze’ snavels. Krooneenden houden zich in Nederland het meest op in; het Noorden, Zuid Hollandse deel -grote meren o.a. Biesbosch- en in de randmeren om Flevoland.
Deze foto van de krooneend al doezelend in de zon, is gemaakt met een 300mm telelens. Hier lijkt het bekende spreekwoord op te gaan; “een oogje in het zeil te houden”. Dit gedrag van ‘self defence’ zie je vaak bij (water)vogels: eenden, ganzen maar ook bij kraanvogels komt deze vorm voor. Wanneer een groep een ‘rustmoment’ pakt of foerageert, zijn er altijd een aantal ‘waarschuwers’ –ze lijken wel aangewezen- die aan de rand van de groep, oplettend en actief zijn. Ze staan op de uitkijk -alert en voorbereid- om te alarmeren bij dreigend gevaar en verstoring, veroorzaakt door predatoren.
Zelfs een bijenvolk kent ook een vorm van zelfbescherming. Honingbijen verdedigen hun volken tegen aanvallen door middel van verschillende defensiesystemen. De ingang van de kast wordt bewaakt door wachtbijen die binnenkomende bijen onderzoeken met hun antennes. Op deze manier herkennen de wachtbijen leden van het eigen volk aan de, deels genetisch bepaalde, eigen geur. Alarmferomonen van werksters (worden uitgescheiden door de kaak- en angelklieren) leiden tot alarmering van andere werkbijen (met name wachtbijen en soldaten), en uiteindelijk tot het aanvallen en steken van de indringer of bedreiger.
Lees meer
Reacties (10)
Gefeliciteerd met de plaatsing!
gr joanne