Koningsdag werken in de tuin, vandaag vol op zonneschijn ?zoals zo vaak de laatste- jaren. Dan gaat de telefoon de voorzitster van de vogelwerkgroep aan de lijn “Hoi Will, op dit moment staat ‘die en die’ in je geliefd natuurgebied. Hij kijkt op dit moment door zijn vogelkijker, en ziet een ....een Zwarte Ooievaar. Foerageren langs de oever van het grote Haverven. Kun jij niet even een paar ‘bewijs’ foto’s maken”. Nog voordat ze de zin heeft uitgesproken, heb ik het werk al uit mijn handen laten vallen, en ben ik al onderweg om mijn camera en autosleutels te pakken. Ongeveer tien minuten later
loop ik door het klaphekje de groene oase binnen. M’n kennis loopt me tegemoet, en begint te wijzen. Zie ver weg een bijna zwarte schim, kijk nu door mijn verrekijker en zie een bijna volwassen vogel. Prachtig die diep rode snavel en poten –een klein beetje wit licht op?als hij zijn linker poot verzet. Van de bovenkant van de poot tot aan de
aanzet van zijn linkervleugel. Minutenlang kijken we en zeggen niets. Tussendoor snel wat plaatjes gemaakt van deze enigszins schuwe vogel. Opeens vliegt de Zwarte Ooievaar op ?en cirkelt boven de plas al hoger klimmend –door de aanwezige thermiek de lucht in?. Ook van de vluchtende vogel maak ik wat foto’s. Even later bekijk ik het
resultaat, van de vluchtig genomen beelden. Dan valt mij op dat de vogel een paar
handpennen mist van zijn linkervleugel en een armpen van zijn rechter. Zo’n kenmerk
is altijd handig bij het bekijken van foto 's van zwarte ooievaars die waargenomen zijn
in de omgeving. Even later loop ik nog een ‘monitorings’ rondje door het terrein. Langs
het koeienpad, richting het wilgenpad –zo heeft elke plek in de loop der jaren van het
terrein een ‘herkenningsbenaming’ gekregen. Zie nu patrouillerende oranjetipjes –toepasselijk op Koningsdag? een aantal malen komen ze voorbij gevlogen ?terwijl ik stil sta?of door loop. Dan zie ik ?in een windluw stukje? ook het Landkaartje, de eersteling
van dit jaar rond fladderen. Even later als ik terugloop van een kijkje bij de oeverzwaluwwand –overigens nog geen vogel te bekennen? scoor ik mijn eerste
Boomvalk. Rond vliegend boven het ven opzoek naar libellen. Vaak zie je ze een libel vangen in de vlucht. Terwijl ze deze insecten in vlucht oppeuzelen. Als je goed oplet zie je de verwijderde vleugels van het zojuist gevangen insect neer dwarrelen. Als het
schouwspel voorbij is hoor ik –bij het draaien van mijn hoofd naar een andere richting?
de sprinkhaanzanger. Dit bruin zwart gespikkelde zangertje ?dat mindere hoge eisen
stelt aan het broedgebied, dan de Snor?hoor ik hier niet elk jaar ratelen. Dit deel van het gebied met met een dichte kruidenvegetatie en hier en daar een struikje is voor
hemvoldoende. Zijn ratelende zang klinkt wat metaalachtig. Als je goed luistert naar zijn
zang ?hoor je aan het draaien van zijn kop in een andere richtingen? het volume in sterkte onder het zingen toe? en afnemen. Uitkijkend over de vegetatie zie ik in de zon het opblinken van de kleine vleugeltjes van een Icarusblauwtje. Het carusblauwtje is een veel voorkomende vlindersoort uit de grote familie blauwtjes.Een dag later ?wat ik op
dit moment niet wist? zal ik ook zijn mede familie lid het Boomblauwtje scoren. Het vlindertje met zijn zilverachtige vleugels ?waarop zo lijkt het altijd? dat er met zwarte pen kleine streepjes op zijn geschreven. Even later sta ik nog even te kijken bij de nu al weer ruim tien jaar oude kikkerpoel. Als ik mijn schaduwbeeld zie weerkaatsen in het wateroppervlak, springen de bastaard kikkers van de kant het water in. Dan hoor ik de
zang van de zojuist gearriveerde Bonte Vliegenvanger. Elk jaar zit de vogel ?nu alweer vele jaren?achtereen broedend in een nestkast in het zelfde bosblok. Dan ga ik terug naar huis, om de werkzaamheden in tuin de op te pakken en af te ronden. Ook aan de vijver is nog het nodige onderhoudswerk te verrichten.
Lees meer
Reacties (2)
Lieve groeten,
?L@dyL?v??