-VAKANTIEBERICHT 2015 [03]- Als we ’s middags in de zon aan een groot meer zitten en uitkijken op de recreërende watersporters, komen er vier watervogels –met een lange eendachtige vorm- rustig naar ons toe zwemmen. Doodstil en niet bewegen! We kijken schuin tegen de zon in. Drie vogelsilhouetten zwemmen al snorkelend met hun kop deels onder de waterspiegel voorbij. Ze zijn op zoek naar voedsel, visjes en waterinsecten o.a. kreeftachtigen en larven. De laatste watervogel kijkt ons fier aan. De kleuren van hun verenkleed vallen niet gelijk op. Dan zie ik hun reebruine koppen en grijze lijven en van de vierde vogel de lange spitse dunne (binnenin gekarteld) doffe oranjerode snavel. Duidelijk zichtbaar is de uitstekende kromme haak ‘snavelnagel’ die pikzwart is. Het zonlicht valt nu mooi op hún -kop en lijf- niet volwassen verenkleed. Het zijn oudere juveniele Grote zaagbekken.
In Nederland zijn, weinig tot geen geschikte Habitats te vinden voor (broedende) Zaagbekken. Zij komen -in de winter, vanuit het noorden- om te overwinteren in Nederland. Je treft ze meestal aan in ‘zoetwater’ van (open) grote plassen, kanalen en traag stromende rivieren. Zwemmend in groepjes, zwervend over het water. In groepsverband vissen vangen –zoals aalscholvers dat ook kunnen doen- door samen te werken. Waarbij hun gekartelde snavel met ‘nagel’ gelijk een ‘goede grip’ heeft op de spartelende gladde tegenwerkende vissen.
Lees meer
Reacties (2)