De buitenkant van de schelp heeft een paarsblauwe kleur.
Zoals de meeste tweekleppigen vindt de voortplanting buiten de dieren in het zeewater plaats. Min of meer gelijktijdig worden miljoenen eitjes en zaadcellen van vele volwassen dieren het water in gespoten. In het zeewater vindt de bevruchting plaats.
De larve gaat waar de zeestroming het dier heen voert, zoals dat met al het plankton het geval is. Na ongeveer één maand wordt de larvale schelp gevormd, die gedurende enige tijd verder aangroeit. De larvale schelp ziet er nog niet zo uit als die van de volwassen mossel. Na verloop van tijd wordt de schelp te zwaar voor een zwevende levenswijze en zakt het 'broed' naar de zeebodem.
Deze 'broedval' is een kritieke fase want het dier is afhankelijk van de geschiktheid van de plaats om zich met byssusdraden (de baard van een mossel) vast te kunnen hechten. Daarvoor leent een vaste ondergrond zich het best.
Lees meer
Reacties (2)
Mooie opname(s) Harry. Gr. Jan