Gewone oesterzwam

De gewone oesterzwam groeit in groepen op de stam van loofbomen. De vruchtlichamen hebben een bolvormige, gladde bovenzijde die op latere leeftijd vlakker wordt. De steel is a-centrisch, de hoed heeft een ingerolde rand en is soms gespleten. De kleur van de vruchtlichamen kan variëren van blauwgrijs tot geelbruin. De steel is wit en aan de voet viltig.

Een gewone oesterzwam infecteert verzwakte bomen via (snoei)wonden. De zwam veroorzaakt vervolgens witrot in het kernhout die vrij traag verloopt. De gewone oesterzwam komt vaak in combinatie met andere parasitaire schimmels voor op een boom, zoals bijvoorbeeld bij de kastanje. Kastanjes met kastanjebloedingsziekte worden vaak geïnfecteerd door de gewone oesterzwam en het fluweelpootje.

Het bestrijden van de oesterzwam is niet mogelijk. De vruchtlichamen zijn eetbaar. Een echte liefhebber zal niet nalaten deze heerlijke zwammen te plukken.

Bron: bomenbieb