Noordse Hengel?, = Zwartkoren.

In voorgaande geplaatste (foto-) vlinderrubriekjes; heb ik nog wel eens geschreven over Hengel. Dat plantje met die gele bloempjes die voor een aantal vlinders dé of een van de waardplanten (gastheer plant) is, en daardoor belangrijk is i.v.m. de eiafzetting en voor het opgroeien van de rupsen tot een vrij vliegende volwassen vlinder. Evenals Hengel (Melampyrum pratense) is Zwartkoren (Melampyrum ) een plant uit het geslacht van de bremraapfamilie (Orobanchaceae). De botanische naam Melampyrum is afgeleid van het Oudgriekse 'melas' = zwart en 'pyros' = graan. De achtergrond is dat wanneer de zaden met graan gemengd werden, het brood de neiging had om zwart te worden. Ook de Nederlandse naam Zwartkoren is hiervan afgeleid. Het is een halfparasiet die zelf fotosynthetiseert, maar water en nutriënten met zijn wortels aftapt uit de wortels van andere planten. Door deze strategie kan de hengel in een aantal weken volledig uitgroeien en ook in droge milieus voldoende water opnemen. Er zijn verschillende gastheerplanten bekend, zoals de eik, berk, blauwe bosbes en rode bosbes. De soorten komen van nature voor in Europa, maar een aantal komen ook in Noord-Amerika voor. Deze plant kwam ik vorig jaar op vakantie tegen in Zweden, daar stonden vele exemplaren in een droge, zanderige berm, vlakbij bij een naaldbos met in de omgeving vele rondvliegende vlinders. Met dank aan; http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwartkoren