Vanmorgen (vroeg) hoorde ik de Vroege Vogels rapportage over de verschillende varenssoorten die groeien op kademuren. Ook de tongvaren hoort bij deze groep. Gelijk denk ik aan de tongvarens die bij mij al jaren in de voortuin staan. Zolang ik woon op het huidige adres staat de tongvaren in mijn voortuin. De grote groep tongvarens groeien op kalksteen - een muurtje - aangebracht om niveauverschil te creëren. Door de ligging van de tuin - op het noorden - komt er weinig zon en is het er altijd vochtig. Hoe en wanneer deze varens in de tuin terecht gekomen zijn is voor mij ook een raadsel? Kan me toentertijd de ‘verbazing’ nog herinneren - deze planten in de voortuin? - tijdens het betrekken van het huis. Volg de groei van de varens het hele jaar door, met name tijdens de winter hoe ze die – ongeschonden - doorkomen. Extra aandachtig, tijdens de strenge winters zoals die van de laatste jaren. Aan het eind van een vorstperiode zie je - als ze onder de sneeuw vandaan komen – het blad geheel bruin en dor is. Enige weken later - als de jonge (opgerolde) scheuten weer omhoog komen - groeien ze uit tot een ‘nieuwe’ bladvolle plant, alsof er niets is gebeurd. Als je er informatie op openslaat, lees je dat de varenplant – die bij mij zomaar in de voortuin staat - in Nederland beschermd en vrij zeldzaam is. Info bij de detailfoto van de tongvaren; varens hebben bladeren die ontspringen uit de wortelstok. Deze zijn niet zondermeer vergelijkbaar met de bladeren van de zaadplanten. Veel soorten varens hebben naast vruchtbare bladeren, waarop zich de sporangiën bevinden (de donkerbruine strepen) ook onvruchtbare bladeren zonder sporen. Net zoals mossen, wolfsklauwen, vermenigvuldigen varens zich doormiddel van sporen, en vormen ze geen zaden. De natuur doet je “telkens weer” versteld staan, in dit geval met dé plek en groei van deze tongvarens, een ‘vreemdeling’ in je voortuin?
Lees meer
Reacties (2)