Meestal komen op een struik mannelijke of vrouwelijke katjes voor, waarbij eenzelfde specimen van geslacht kan wisselen en in het ene jaar vrouwelijke en in het andere jaar mannelijke katjes kan dragen.
Deze zijn langwerpig, de vrouwelijke meer gedrongen.De vrucht is een afgeplatte, drietoppige steenvrucht en heeft geen waslaag, in tegenstelling tot de vrucht van de wasgagel (Myrica caroliniensis).De struik werd vroeger beschouwd als medicinale plant of als toverplant, ze vond bijvoorbeeld toepassing bij kiespijn. Hij is ook insectenwerend. Daarnaast werd de plant toegepast bij het leerlooien en gebruikte men de gele vrouwelijke bloemknoppen als verfstof.
Gagel was in de middeleeuwen vanwege de bitterstof in de bladeren een der hoofdbestanddelen van gruut, het kruidenmengsel dat bier moest helpen langer houdbaar te maken voordat hopbellen daarvoor algemeen toegepast werden. In België wordt gagel toegevoegd aan het biologische bier Gageleer. De twijgen van de struik worden in Denemarken gebruikt bij het bereiden van de gageljenever (porsesnaps).
Lees meer
Reacties (8)
groet Gert
Gr.sjani
L.gr. van ons.