Er zijn zes Venstermuggen soorten in Nederland van twee subgenera Sylvicola (Anisopus) en Sylvicola (Sylvicola).
Ze zijn wat gelig bruinig van kleur en harig op lichaam en vleugels. Ze zijn 6-12 mm lang met lange vleugels en karakteristieke vlekken op de vleugels en een diskaalcel in de vleugeladering.
Het onderscheid tussen deze twee subgenera is op basis van minieme verschillen in de vleugeladering. De identificatie van de soorten is vooral op basis van microscopisch onderzoek van mannelijke genitalia.
De Venstermuggen zijn vooral te vinden op rottend, gistend organisch materiaal, composthopen en slijmerige boomsappen.
De adulten komen het meest voor in de zomer in bos en open habitats. Ze zitten vaak op boomstammen, muren en vensters, typisch met een schuin omhoog gericht lichaam. Soms vind je ze ook op bloemen o.a schermbloemigen zoals Engelwortel.
Lees meer
Reacties (2)
Je mag ze alle zes hebben Paul hihi
maar wat een plaatje
l.gr.Petjoe
Ja, prachtig! Mooi in beeld gebracht.
Vr.gr Anthea