In Nederland komen tegen de 400 soorten loopkevers voor. Daar zijn soorten bij van slechts 2 mm groot, tot joekels van bijna 3
cm. Bijna alle loopkevers zijn vleeseters en dat maakt deze groep ook vanuit het oogpunt van de boer interessant, want ze
eten allerlei plaaginsecten zoals
bladluizen, larven en slakken. Wanneer de dichtheid aan akkerranden voldoende hoog is kunnen deze natuurlijke
bestrijders plaaguitbraken helpen
onderdrukken. Hierbij is ook de
soortenrijkdom van de loopkevers van belang omdat elke kever – o.a. afhankelijk van zijn groottevoorkeur heeft voor het
eten van bepaalde plaaginsecten. De kleinere loopkevers jagen op bladluizen en de allergrootste (zoals de Gouden loopkever) richten zich op larven en slakken, die met de kaken in stukjes worden geknipt en opgegeten. (Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief, Scheemda, 2010)
Lees meer
Reacties (1)