Goudgeel

Anders dan zijn naam doet denken, leeft deze vlieg niet van mest maar van nectar. Ter afwisseling grijpt hij af en toe een klein vliegje, dat hij met zijn priksnuitje leegzuigt. Koeienvlaaien doen dienst als hangplek voor de gele mannetjes. Als een vrouwtje, die wat grijzer is, lucht krijgt van een vlaai benadert ze deze tegen de wind in. Eenmaal geland tussen de mannetjes is een van hen uitverkoren om met het vrouwtje te paren. Dit gebeurt soms op de vlaai, maar het kan ook gebeuren dat het stelletje even een rustig plekje in het gras opzoekt. De eitjes (met een soort vleugeltjes, waardoor ze aan de oppervlakte blijven en niet verstikken) worden in de vlaai gelegd. De larfjes die uit de eitjes komen verdwijnen wel in de stront. Deze eten ze echter niet op, maar ze gaan op jacht naar larven van andere vliegensoorten die in de vlaai leven.