Lantaarntje, fragiel jufferleven, en 3e MUS- telronde.

Profielfoto van will
will

Vorige weekend ’s avonds veel zonneschijn en zomerse temperaturen, de derde en tevens voor dit jaar de laatste MUS-telling uitgevoerd. Het eerste telpunt van de elf routepunten, ligt net buiten het dorp in de groene rand van het sportcomplex. Stap van de fiets en zet ‘m tegen de oude vissershut. Loop het schelpenpad op richting het vijvercomplex dat omzoomd is door sloten en aan de buitenzijde door vele knotwilgen, populieren en tal van andere boomsoorten en diverse heesters. Gelijk is het raak !. Hoorde een hoog, schril “ZIE-ti” afnemend geluid, een turquoise blauwe streep komt voorbij en staat even verderop biddend stil boven het water. Een loodrechte stootduik en een plons volgt, komt boven water met een visje in z’n snavel en vliegt gelijk door, weg is ie. Stel vast; daar vloog het “vliegend juweel” de IJSVOGEL!. Even later hoor ik nogmaals een roep “ TSJIE” het geluid komt uit de hoek waar de loop via een sluisje de vijver van vers water voorziet. Toen ik onlangs af en toe op het vijvercomplex kwam, hoorde ik de andere vogelaars regelmatig praten over deze kleurrijke vogel. Dat is de vogel die ik zo even gehoord en gezien heb. Maar een IJsvogel scoren tijdens de Mus-telling is natuurlijk een gelukkig moment en van een goede timing. Als de vijf minuten voorbij zijn (het lijkt door de opwinding wel een kwartier) tijdens het luisteren en kijken. Daarna tel ik de “turfjes” op, kom totaal aan 23 vogels en 17 soorten. Niet slecht vergeleken met de voorgaande tellingen. Stap weer op de fiets, en rij door naar de volgende en andere telposten. Kom nu in de dorpskern aan het volgende telpunt, kijk naar de daken en overstekken van de woningen in de omgeving en zie een huiszwaluwnest geplakt aan de muur en dakgording. Meteen kijk ik de lucht in en zie een aantal Huis- en Gierzwaluwen. Kijk nog eens goed en zie heel hoog in de lucht, de helft kleiner van net, nog een aantal koppeltjes “melkstaartjes” en “sikkeltjes” met de wind mee zeilen. Fiets naar de volgende telpunten; die dit keer niet zo heel veel verschillende vogelsoorten en aantallen opleveren. Bij me zelf denk ik, dat het komt door het moment van tijd in het jaar en het bijna gelijke biotoop. De aantallen vogelsoorten die ik in het voorjaar op die plaatsen tijdens de eerste telling tel, leveren toch aardige resultaten op. Nu aangekomen bij het laatste MUS-telpunt en zie een leuk natuurmoment een foto waard, maar kom tot de conclusie dat ik dit keer mijn fotocamera niet bij me heb!. Zal omschrijven wat ik zag zo dicht voor me, maar had het liever op de plaat gezet. Kijk over een bijna volgroeide haverakker richting een oud natuurreservaat met historische waarden, beheerd door “Het Brabants Landschap”. Terwijl de avondzon al warmer geel/oranje kleurt, zie ik in het tegenlicht twee grote bijna rechtopstaande REE-oren en daar tussen een spiesbok gewei, net boven de nog groene haveraren uitsteken. Roerloos blijft de reebok op zijn plaats staan, het lijkt net een spelletje van; “mij zie je niet, maar ik jou wel”. Dan zet ik een turfje bij Ree, want zoogdieren tellen ook mee, en rond mijn laatste MUS-telling voor dit jaar af. Thuis gekomen voer ik de gescoorde aantallen door middel van de computer in de landelijke databank. Kijk nu alweer uit naar de achtste telronde volgend jaar, en concludeer dat je door regelmatig tellen niet allen je vogelkennis maar ook die van de aangrenzende natuur vergroot. De volgende dag nog maar een keer terug naar het vijvercomplex, om de ijsvogel te zien, helaas niet gezien. Wel juffers, door de warme dagen zie je ineens heel veel blauwe juffers dansen boven de waterspiegel en -planten, al vliegend en gekoppeld aan elkaar, ook hangen er paringswielen aan de stengels van bies, pitrus en riet. Dan zie ik een pas “uitgeslopen” Lantaarntje hangen met eronder het larvenhuidje erbij, en maak een foto van beide. Het huidje is de jas van het leef stadium onderwater. Afhankelijk van de juffer- of libellensoort verblijven de larven 1 a 3 jaar onderwater. Dan kruipen ze langs plantenbladeren en -stengels omhoog. In mijn vijver zie ik ze vaak hangen in de kartelige bladeren van de krabbenscheer. Gelijk goed beschermd tegen vijandige rovers, bv kikkers zelf zag ik voedsel zoekende jagende huismussen op ze. Na uitsluipen is de zachte juffer fragiel en kwetsbaar ook omdat de vliesvleugels nog eerst moeten harden.Het lantaarntje is de algemeenste juffersoort van Nederland. Het achterlijf is geheel zwart, op één blauw segment (het achtste) na, waarvan de naam Lantaarntje is afgeleid. De kleuring bij de vrouwtjes is variabel. Overal bij vijvers, waterpartijen en sloten te zien is, en met veel geluk ook de IJSVOGEL.
Wilt U ook MUS teller worden ?: Info MUS- Meetnet Urbane Soorten gebruik deze link; http://s1.sovon.nl/inloggen/mus/musaanmelden.asp

Blijf op de hoogte

Houd mij per mail op de hoogte van nieuwe reacties op deze foto.

Inloggen

Log in om te reageren

Inloggen

Nog geen account? Registreer je nu

Upload en deel je foto's

Foto uploaden

Meer van deze fotograaf

meer foto's