Landkaartje

Landkaartje achterkant vleugels

LANDKAARTJE (Araschnia levana)

Het landkaartje was vroeger vrij zeldzaam, nu is het een algemene standvlinder in Vlaanderen en Nederland. De naam, landkaartje, verwijst naar het landkaartpatroon op de onderkant van de vleugels. Uniek is dat de voorjaarsgeneratie er helemaal anders uitziet dan de vlinders die in de zomer vliegen.
Hoe kan je het landkaartje herkennen?
• In het voorjaar hult het landkaartje zich in oranje kleuren, de bovenkant van de vleugels is oranje met zwarte vlekken en fijne, witte lijntjes. Deze voorjaarsgeneratie heeft een voorvleugellengte van 16 tot 18 mm.
• De generatie landkaartjes die in de zomer uit hun pop sluipen, zien er heel anders uit, de bovenkant van de vleugels is zwart, met een witte band op de voor- en achtervleugels. Soms heeft de achterrand van de achtervleugels enkele oranje vlekjes. De zomergeneratie is iets groter dan de voorjaarsgeneratie en heeft een voorvleugellengte van 17 tot 21 mm.
• Beide generaties hebben een duidelijk landkaartpatroon op de onderkant van de vleugels, vandaar ook de naamgeving van deze vlinder.
• De rups van het landkaartje kan tot 22 mm worden en is grijs tot zwart, met zwarte doorns.
Het landkaartje verkiest de nectar van witte schermbloemigen, als akkerdistel, fluitenkruid en koninginnenkruid. Maar ook de nectar van andere kruiden voldoet.
Bron: Natuurpunt