Goudooggaasvlieg

Deze teer gevleugelde insecten zijn bekend omdat ze ’s nachts naar het licht vliegen en vaak in gebouwen overwinteren, hangend aan een zolder of plafond.
Buiten is het dan te koud en bovendien
zijn de bladluizen, die ze zo lekker vinden, verdwenen.
Ze hebben opvallend zichtbare goudkleurige ogen.
Hun staafvormig lichaam is slechts 10 mm lang
maar hun vleugelspanwijdte bedraagt 30 mm.
Kop, borststuk en achterlijf hebben een opvallende blauwgroene basiskleur, waarop rijen van zwarte vlekken liggen.

De sprieten zijn haast zo lang als het lichaam.
De voor- en achtervleugels lijken sterk op elkaar.
Ze zijn opgebouwd uit een dicht netwerk van adertjes en ze behoren daarom tot de netvleugeligen.
In ruststand worden de vleugels als een dakje
boven het lichaam gevouwen.
Angelfire.