Kenmerken:
35-39 mm. Lichaam grotendeels metaalgroen tot koperkleurig. Achterhoofd geheel donker. Geen duidelijke lichte schoudernaadstreep. Pterostigma’s donker gekleurd. Mannetjes: indien uitgekleurd met blauwgrijze berijping op achterlijfspunt (segment 9, 10) en basis van het achterlijf (segment 1 en voorste deel van 2). De berijping op segment 2 is niet scherp begrensd, waardoor een vage overgang naar het glimmende achterlijf ontstaat. Vrouwtjes: legapparaat heeft ‘normale’ proporties. De top reikt ongeveer tot aan de achterrand van segment 10 (aanhangsels niet meerekenen). Zijlobben van het halsschild geheel licht gekleurd, zonder donkere tekening.
Levenscyclus:
De overwintering gebeurt als ei. De eieren komen in het vroege voorjaar uit, waarna de larvale fase binnen twee maanden kan worden afgerond. De larven sluipen uit van half mei tot eind augustus.
Larvenhuidjes zijn variabel van kleur. De larvenhuidjes zijn te vinden op waterplanten in de oeverzone, maximaal enkele decimeters hoog.
Leefomgeving van de larve
In de oeverzone, tussen water- en oeverplanten.
Habitat:
Vennen, duinplassen, overige plassen, laagveen. Soms ook bij stromend water of brak water. Bredere habitatvoorkeur dan andere pantserjuffers. Voorkeur voor plaatsen met wisselende waterstand, maar minder uitgesproken dan bij andere pantserjuffers. Kan bij verzuurde vennen zeer hoge dichtheid bereiken.
(De Vlinderstichting).
Lees meer
Blijf op de hoogte
Houd mij per mail op de hoogte van nieuwe reacties op deze foto.
InloggenLog in om te reageren
InloggenNog geen account? Registreer je nu
Upload en deel je foto's
Foto uploaden