De Gewone Korsetzweefvlieg is een zeer algemene zweefvlieg die amper 5 à 6 mm groot wordt. We kunnen dit vliegje zien van begin april tot half oktober.
Het achterlijf van deze soort is zwart met een gele band en gele zijvlekken op de rug. Het achterlijf is ingesnoerd en dit vooral bij de vrouwtjes. Het is enigszins knotsvormig. De achterdijen zijn relatief dik.
Deze zweefvlieg komt van begin april tot half oktober voor in uiteenlopende biotopen; het meest frequent in voedselrijke moerassen en langs voedselrijke slootkanten en moerasbosjes.
De larve leeft in voedselrijk water of een ander milieu dat rijk is aan organisch materiaal zoals mest, compost of met mest verrijkte modder of in vloeibaar organisch afval. De larve overwintert.
Natuurlexicon.
Lees meer
Reacties (1)