Spanwijdte 9-11 mm, mei-september.
Ogen helder groen met bijna ronde, violette vlekken. Achterlijfspatroon variabel, maar steeds met zwarte lobben op tweede segment. Vleugels met gebogen zwarte dwarsband; blijven in rust deltavormig openstaan.
Algemeen op vochtige heiden, hoogvenen en licht beboste terreinen, zelden ver van water af.
De goudoogdaas steekt de mens minder vaak dan de regendaas. Voortplanting in modderige oevers en andere natte biotopen.
Lees meer
Reacties (1)
Nog geen één kunnen fotograferen...!!
Gr.hennyP.