Deze zonnige namiddag nogmaals opzoek naar (grote) insecten en vlinders. Op weg met de fiets naar de Beekloop –een watergang- met een aanliggend ‘breed’ schouwpad. Daar aangrenzend een natuurlijke gevarieerde groensingel. De daaronder groeiende vegetatie is samengesteld uit vele kruidige kruiden -je kunt ze zelfs ruiken- en diverse soorten veldbloemen. Zoals je die nog kent van de -prachtige getekende- plaatjes uit het Verkade album “De Bonte Wei”. Gelijk als ik aankom rijden en onderwijl ik mijn fiets stal langs de bloemrijke wilde ‘groen’strook, hoor ik -in de nabije omgeving- vele vogelsoorten zingen. Het meest valt me op de zang van een bosrietzanger die in een bosje met grauwe wilgen, hoog in opgeschoten riet zit te zingen. Zijn lied -gevarieerde zang- die is samengesteld uit zangstrofen van inheemse- en vele niet Europese- vogelsoorten. De bosrietzanger is net als andere rietzangers een onopvallende vogel die uitstekend in staat is om langs verticale rietstengels te klimmen. De vogel is moeilijk te onderscheiden van de kleine karekiet. Het beste kenmerk is de luide en variabele zang, dat is die ik nu hoor. Dan ga ik op zoek naar ‘fotogenieke’ insecten en wat diens meer zij. De eerste paar meters begroeiing die ik in één oogopslag overzie zijn; heen en weer vliegende insecten: dagvlinders, bijen, hommels en grote ‘roof’vliegen. De eerste ‘slachtoffers’ die ik stoor zijn twee parende distelboktorren en een zonnend groot dikkopje Ochlodes sylvanus. Dan zie ik in een ‘secondmoment’ een héééél klein oranje kleurig microvlindertje -een paar decimeters- van me afvliegen en snel weer landen op een voorjaars groen blad. Voorzichtig nader ik met mijn kleine camera –die ingesteld is, op super macro- het micro motje. Als ik te dicht bij kom, vliegt het weer op. Na de volgende landing –en nu zit ie nog mooier- volg ik de zelfde benaderingsstrategie en druk nu wel een paar keer af. Dan bekijk ik het resultaat op het fotocamera LCD schermpje. Als ik in zoom zie ik een heel fijn getekend en kleurrijk micro vlindertje. De ondergrond warm oranje, enkele blauw fluoriserende diamantachtige (dwars)streepjes. Verder zie ik een fijn gedetailleerde tekening, die me doet denk aan Oosterse japanse symbolen. Wanneer ik thuis kom zoek op internet naar micro (nacht)vlinders -dat is te zien aan de voel/reuk sprieten- en lees ik het volgende over het Geishamotje;
Geisha: Uitspraak: ['g?i?a]
[Vlinder] - Het geishamotje (Olethreutes arcuella) is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers, met opvallende tekening. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 14 en 18 millimeter. De soort overwintert als rups. De rups van Olethreutes arcuella leeft van dood en verdord blad.
Ook vind ik de betekenis van geisha;
Een geisha (Japans: ??; ?ge??a), ?? of ?? is traditioneel een Japanse muze voor artiesten. De term geisha wordt over het algemeen gebruikt om een gezelschapsdame aan te duiden die gekleed is in de typische, streng gestileerde kledij en die met klassieke Japanse muziek, zang, dans -en conversatie- de avond van een gezelschap aangenaam opluistert. (Bron:ENCYCLO.nl)
Zelf heb ik met bewondering naar deze prachtig gekleurde en getekende micro vlinder geishamotje (Olethreutes arcuella) gekeken, maar ik heb ze niet zien dansen en evenmin heb ik de bijbehorende Japanse muziek gehoord.
Lees meer
Reacties (4)