Kenmerken vlinder:
Voorvleugellengte: 26-30 mm. Een vrij grote oranje vlinder die van de parelmoervlinders onderscheiden kan worden door de grote zwarte diehoekige vlek in de vleugelpunt van de voorvleugel.
Kenmerken rups:
Tot 28 mm; lichaam zwart, fijn wit gespikkeld, heeft geelachtige of zwarte doorns; een bijna volledige, gele lengtestreep over de spiracula, waaronder het lichaam een roodachtig bruine tekening heeft; kop zwart.
Vliegtijd en gedrag:
Deze trekvlinder kan in Nederland tussen april en oktober worden waargenomen. Vanuit Zuid-Europa trekken de vlinders ieder jaar richting het noorden; ze brengen hier in de zomer een nieuwe generatie voort. In het najaar trekt een gedeelte van de vlinders weer terug naar het zuiden, de rest sterft hier. De vlinders worden veel op nectarplanten aangetroffen, maar niet op rottend fruit.
De uiterste data waarop een vlinder is gezien, zijn 8 januari en 19 december.
Levenscyclus:
Rups: mei-oktober; de meeste rupsen sterven hier in de late herfst. De soort overwintert in Zuid-Europa als vlinder of als actieve rups; in Nederland kan de distelvlinder niet overwinteren.
ei-afzet:
Het vrouwtje zet de eitjes afzonderlijk af, meestal op de bovenzijde van bladeren van planten die in een lage vegetatie en in de volle zon groeien. Om een geschikte plant te vinden, gebruikt zij de zintuigen op het voorste, onbehaarde gedeelte van het eerste potenpaar, de poetspoten. (Vlinderstichting)
.
Lees meer
Reacties (2)
Heel mooi !!
Die staat er heel mooi op!
gr. Hanneke