De wants bereikt een lichaamslengte van 3,5 tot 5 millimeter en is altijd langvleugelig (macropteer). De pootjes zijn geelbruin met donkere ringen om de dijen en schenen. De antennen, die ook donkergeel zijn en aan het einde bruiner, hebben eveneens donkere ringen. Het zichtbare doorzichtige deel van de vleugels is donker. De voorvleugels zijn zwart met geelwitte dwarsband en het einde van de voorvleugels (cuneus) is ook wit of geel van kleur, met een zwarte punt. De soort kan soms verward worden met Orthops basalis) en Orthops kalmii, bij deze wantsen ontbreken echter de ringen om de schenen en antennes.
Het dier voedt zich door te zuigen op brandnetel. Volwassen dieren worden ook wel op andere planten gezien, maar of ze daar ook van eten is onduidelijk. De soort kent één jaarlijkse generatie. De eitjes worden in april gelegd. In mei verschijnen de larven, die geheel groen zijn met later een witte of geelgroene tekening. In juli verschijnen de verse imagines. Van de vorige generatie leven dan echter ook nog exemplaren. De soort overwintert als imago en hebben gedurende die tijd een donkeroranje tekening.
Lees meer
Reacties (5)
Gaaf ! Soepele knietjes
Mooi wantsje.
gr. Hanneke
Als je zuigt op een brandnetel krijg je dan geen blaren?
mooie foto en info
l.gr.Petjoe
Ook een wantsje met een hartje op de rug. Mooi hoor ! Gr. Annemieke