In de namiddag een rondje langs de planten in de tuin. Oplettend zoekend naar vlinders en insecten. Dan 'valt' mijn blik op een grote iets behaarde vlieg, die op het blad zit van een jasmijn. Als ik een foto gemaakt heb -en inzoom op het beeld- zie ik dat de zes poten twee kleurig en zwaar behaard zijn. Met deze spinachtige poten vangt de roofvlieg al vliegend zijn levende prooien in de lucht. Als de prooi gevangen is, gebruiken ze hun korte sterke zuigsnuit (proboscis). Die steken ze in hun prooi en spuiten neurotoxische en proteolytische enzymen naar binnen. Die stoffen geven een reactie in hun prooi, ze verlammen en hun ingewanden beginnen te verteren. De roofvlieg zuigt vervolgens de -vloeibaar geworden- inhoud van zijn slachtoffer door de proboscis naar binnen. Deze roofvlieg heeft donkerbruine facetogen -alle roofvliegen hebben drie 'bijogen' (ocelli) tussen hun twee facetogen- en een antennen met twee sprietborstels. Dit insect heeft een lengte van 12 tot 17 mm, de grootte is afhankelijk van het geslacht. De roofvlieg op deze foto is een vrouwtje. Dat is te zien aan de laatste twee zwart glimmende 'gelakte' lichaam segmenten en de derde, de genitaliën. De roofvlieg heeft één paar vleugels. Vlak achter de 'hoofd' vleugels, zie je aan elke zijde een klein geelachtig bolletje op een steeltje. Dat zijn de twee niet ontwikkelde tweede vleugels. De oude naam voor dit insect is Eikenroofvlieg.
Ontdek de vele roofvlieg soorten via deze link: http://waarneming.nl/download/fotogidsAsilidae.pdf
Lees meer
Reacties (4)