Hoewel de namen suggereren dat je aan de kleur van het lijf kunt zien om welke soort het gaat, is de kleur vaak misleidend. Bij libellen is niets zo variabel als kleur en vrouwtjes en jonge mannetjes zijn helemaal niet rood, maar geel. Kijken naar de kleur rood is daarom geen goed idee. Het eerste waar je naar kunt kijken bij de determinatie van deze drie moeilijk te onderscheiden heidelibellen is de kleur van de poten. Bij de bloedrode heidelibel zijn deze helemaal zwart, bij de twee andere soorten zijn de poten zwart met geel of lichtbruin. Bij deze twee soorten komt een tweede kenmerk om de hoek kijken: de hangsnor. Bekijk de libel hiervoor schuin van voren. Loopt er tussen het oog en de rest van de kop een zwart streepje naar beneden (de ‘hangsnor’), dan heb je te maken met een steenrode heidelibel. De bruinrode heidelibel heeft wel wat zwart boven de snuit, maar dat loopt niet door naar beneden. Vaak heeft de bruinrode heidelibel ook nog wat gelige vlekken op de zijkant van het borststuk. Met deze kenmerken, die vooral goed te zien zijn als je een verrekijker gebruikt die lekker dichtbij scherp kan stellen, zul je vaak tot de juiste naam komen. De hangsnor is echter niet altijd goed te zien, zeker niet later in het jaar als de libellen erg donker worden. (Naturetoday)
Lees meer
Reacties (3)
Superfraai!
gr. Hanneke
Nee da's wel zo gemakkelijk onthouden Jopro.
Mooie plaat. Lieve groet, Marjon
Prachtige opname en leerzame informatie erbij.
Groet van Anna.