30 sept. In de Ooij. Om 15.00 zie ik een krab, in de berm bij een sloot, waarin zeer weinig water, levend, zeer defensief, de tak, waarmee ik hem wilde draaien, sterk vastgepakt, geklemd tussen zijn scharen. Opvallend behaarde poten. Witte scharen.
Ik was verbaasd en vraag me af wat voor krab dit is.