Met een schepnetje de polder in om de natuur te redden

Constant Swinkels doet veldonderzoek in de Ooijpolder. Door een deel te maaien en een deel niet, kijkt hij waar de insecten blijven als de begroeiing verdwijnt. Swinkels wil weten op welke planten ze hebben gezeten, om het landschap daarop aan te passen. Reactie: Betere methode dan Sinusmaaien, omdat insect zijn gekoppeld aan waardplanten en voedselplanten. Door dit onderzoek kan kritisch worden gekeken naar 'second best' of 'the best' indien 'best' en/of 'second best' nog aanwezig is/zijn binnen het maximale vliegbereik van betreffende insect.

Vraag: Als het goed is weet je welke planten zijn gemaaid en/of afgevoerd en wanneer en waarom? Wat gebeurd er dus met het maaisel? Heb je onderzocht op welke planten de betreffende insect eitjes heeft achtergelaten? Wat heb je met die planten gedaan? Gemaaid of laten staan? Wat doen de onderzochte insecten als 'best' en 'second best' niet meer aanwezig zijn en hoe zinvol is die actie? Wat is de invloed van klimaatsverandering op de aanwezige vegetatie en brengt de onderzoeker tevens in kaart hoe lang de betreffende vegetatie nog voldoende voeding levert voor de onderzochte insecten?