Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Het zoontje van Noraly werd uit huis geplaatst: 'Ik was radeloos'

Vandaag
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
178 keer bekeken
  •  

Meer dan twintigduizend kinderen en jongeren woonden vorig jaar in een pleeggezin. Ondertussen worstelen de achterblijvende ouders met schuldgevoelens, schaamte en angst. Maar is dat wel terecht?

'Ik heb vroeger zelf best een moeilijk leven gehad', vertelt moeder Noraly Smiet in Bar Laat. 'Op het moment dat mijn zoontje uit huis geplaatst werd, raakten zijn vader en ik ons huis kwijt. We kwamen op straat te staan. Daarom moest hij uit huis.' Haar zoontje was één jaar en drie maanden oud toen hij uit huis werd geplaatst.

Hoe verloopt een uithuisplaatsing door Jeugdzorg?

‘Op de dag dat mijn zoon uit huis werd geplaatst, kwam de politie aan de deur. Mijn zoontje zat op het kinderdagverblijf. Die moest ik gaan halen om hem te overhandigen aan de politie. Maar dat heb ik niet gedaan, dat kon ik gewoon niet. Ik heb gezegd: "Dat doe ik niet." Dus toen heeft zijn vader dat dus gedaan. Toen hebben ze hem meegenomen.' Toen dit gebeurde was Noraly radeloos: 'Ik was boos, maar ik was vooral heel verdrietig. Dat is iets heel moeilijks. Ik kan het niet beschrijven, dat is gewoon heel verschrikkelijk.’

Ik mocht eerst nog bellen naar mensen in mijn omgeving, familie en vrienden, of die hem eventueel konden opvangen. Dat is niet gelukt helaas; ik had die mensen niet om mij heen. Dus toen is hij naar een crisisgezin gegaan. Normaal zou dat niet maanden duren, maar hij heeft toch negen maanden in het crisisgezin gezeten.’

De eerste periode mocht ze geen contact hebben met haar zoontje. 'Dat was heel frustrerend, ik wist niet waar hij was. In het begin word je er eigenlijk niet bij betrokken. Het kind komt op de eerste plaats. Natuurlijk is dat goed, maar ze vergeten de ouders.'

Hoe is het contact met de pleegouders?

Noraly heeft goed contact met de pleegouders van haar zoon. 'Het voelt als een familie. Ik heb mijn boosheid vanaf het begin al wel aan de kant kunnen zetten, omdat ik alles overhad voor mijn kind. Als je voor mijn kind zorgt en voor mijn kind wil gaan dan ga ik mee. Ik was wel gefrustreerd en boos over de situatie, maar ik was toch vooral boos op mezelf.'

Dat betekent niet dat het altijd eenvoudig is. 'Ik was met de pleegmoeder en mijn zoon in een speeltuintje. En hij viel, hij deed zich pijn. Ik ging op mijn knieën, met mijn armen gespreid, om hem te kunnen troosten. Maar hij rende mij voorbij om getroost te worden bij de pleegmama. Dat was een steek in mijn hart.'

'Ik heb me heel klein gevoeld toen, maar ik had wel begrip. Ik was natuurlijk blij dat hij iemand had waar hij troost kon halen.' Noraly besluit op dat moment niet te vechten voor het terughalen van haar zoon. 'Ik had altijd in mijn hoofd: ik doe mijn best, zorg dat ik alles op orde heb en dan komt mijn zoon terug. Maar op dat moment besefte ik dat ik dat niet moest doen, want dan ruk ik hem weer weg bij zijn veilige plekje en bij de mensen die hij mama en papa noemt. Dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen. Maar dat is wel heel dubbel.'

Meer over dit onderwerp?

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.
BNNVARA LogoWij zijn voor