Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Waarom krijgt populisme in sommige landen geen voet aan de grond?
06-06-2019
•
leestijd 3 minuten
•
1007 keer bekeken
•
Het succes van het populisme is mede te danken aan de media, aldus politicoloog Léonie de Jonge, die in Cambridge promoveert op dat onderwerp.
Waarom hebben rechts-populisten in veel landen zoveel kiezers gekregen, maar in andere landen juist weer heel weinig? Rechts-populisme kreeg in Portugal, Ierland en Luxemburg niet echt voet aan de grond, in het Belgische Wallonië ook niet. Hoe zit dat? Dit vroeg politicoloog
Léonie
de Jonge zich ook af. Voor haar onderzoek nam ze het partijlandschap en het medialandschap in de Benelux (een beperkt gebied, maar met grote verschillen wat betreft het succes van rechts-populisme) door, om te kijken waarin de verschillen zitten.
Parti Populaire
Wallonië heeft met de hoge armoede en hoge werkloosheid vanaf een afstandje gezien een logische voedingsbodem voor rechts-populisme. Maar Parti Populaire krijgt daar geen voet aan de grond. ‘Een van de redenen daarvan zijn de media', zegt De Jonge in
De Nieuws BV
tegen Willemijn Veenhoven. In Wallonië is er tussen journalisten onderling echt een formele overeenkomst om politici met “vrijheidsberovende overtuigingen” – zoals zij het zelf noemen – consequent buitenspel te zetten.’ De regel is bedacht na het succes van Vlaams Belang in Vlaanderen. Rechts-populistische partijen doen in Wallonië niet aan live debatten en worden ook nooit live geïnterviewd. Er wordt wel óver ze gepraat, ook met ze gepraat, maar niet live.
Deze zelfopgelegde maatregel geldt in Wallonië ook voor islamitische partijen. Of extreemlinkse partijen. ‘Maar volgens de hoofdredacteuren is het moeilijker om bij extreemlinks aan te wijzen dat ze tegenstrijdig zijn met democratische waarden. Hun partijprogramma’s zijn in Wallonië minder vaak in strijd met de democratie.’
Luxemburg
Dan Luxemburg (De Jonge heeft Nederlandse ouders maar is zelf Luxemburgse, ze is daar opgegroeid). Hoe zit het daar? ‘Er is daar een soort consensus onder journalisten om populistische en extremistische bewegingen tegen te gaan. Het medialandschap is er ook minder gecommercialiseerd; de overheid geeft heel veel subsidie aan kranten, het land kent zes dagbladen. Op een bevolking van een half miljoen inwoners. De verzuiling bestaat daar nog, het medialandschap is daar minder vatbaar voor populistische stromingen, ze hebben de vrijheid om te kiezen waar ze aandacht aan willen besteden. Ik ga een beetje kort door de bocht nu.’
En Vlaanderen dan? Daar heeft een cordon sanitaire, in Wallonië effectief, niet gewerkt: Vlaams Belang werd de op een na grootste partij van Vlaanderen. ‘Journalisten zeggen daar ook dat het een ontzettende fout was om een cordon rondom Vlaams Belang – destijds Vlaams Blok – te leggen, want dat bevestigde de underdogpositie van de partij.’ Toen Vlaams Blok groeide, werd het moeilijker voor Vlaamse media om er níet over te berichten. ‘Daardoor werd het cordon steeds losser. Het werd minder strikt toegepast.’
De Jonge sprak hoofdredacteuren in onder meer Vlaanderen en Wallonië over deze materie. ‘In Wallonië waren ze best wel trots. Omdat het cordon ook blijkt te werken. In Nederland en Vlaanderen zeiden hoofdredacteuren dat je zo niet kan werken. Omdat je alle geluiden uit de samenleving moet laten horen, en niet moet bepalen wat goed en fout is.’
Gevestigde partijen
Overigens zijn het niet alléén de media die bepalen of rechts-populisme een voet aan de grond krijgt. ‘Media en gevestigde politieke partijen vormen samen een soort poortwachter. Zij bepalen wie de politieke arena mag betreden, en daarmee bepalen zij de kansstructuren voor radicaal-rechtse partijen.’