Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Waarom hebben millennials zoveel burn-out klachten?
28-04-2019
•
leestijd 2 minuten
•
289 keer bekeken
•
Iris Laven reconstrueert haar burn-out en vertelt hoe ze alle druk nu te lijf gaat.
Iris Laven wilde zich, eenmaal van de middelbare school, vól op het studentenleven storten. En dat deed ze in Enschede. ‘Ik wilde mensen leren kennen, ik wilde bij een studentenvereniging, ik wilde alles van het studentenleven meemaken. Met al die feestjes wilde ik geen tientonner worden, dus ging ik sporten. En op de studie heerste géén zesjescultuur’, vertelde ze in
De Nieuws bv
aan Willemijn Veenhoven.
Oh ja, ze nam ook een bijbaantje omdat ze financieel gezien niet alleen op haar ouders wilde leunen – ze wilde immers geen hoge studieschuld. Tijdens de bachelor ging het mis. ‘Ik kan me de signalen nog wel herinneren. Ik had mijn bijbaantje opgezegd, zodat ik volle bak aan die master kon beginnen.’
Na vijftien weken viel ze helemaal uit.
Boterhammen smeren
‘Op een gegeven moment moest ik op een dag bedenken: ga ik vandaag vijf minuten wandelen, of ga ik douchen? Ik kon het niet allebei. Alsof mijn reservebatterij ook helemaal op was.’ Zo erg was het. Ze had geen energie om haar eigen boterhammen te smeren, dus ging ze naar haar ouders. ‘Daar kon ik de hele dag een beetje televisie kijken. Ik had gewoon geen puf om op te staan. Ik wilde wel, maar mijn hoofd maakte steeds overuren. Ik wilde ook niet alleen maar series kijken, ik had wel wat beters te doen, maar ik kon het niet.’
Nou was Iris van nature een hardloopster. Ze liep ooit vijf keer per week, en een halve marathon was geen probleem. ‘Bij een béétje energie ging ik daarom toch hardlopen. Dan probeerde ik maar blij te zijn met één kilometer rennen, maar uiteindelijk ging ik toch weer drie kilometer.’
Vergelijken
Volgens onderzoeken heeft 19 procent van de millennials burn-out-achtige klachten. Had Iris niet gewoon een tandje terug kunnen schakelen? ‘Je ziet om je heen dat de rest dat óók doet. Ik wilde natuurlijk ook een goed toekomstperspectief en ik dacht: als ik presteer, dan gaat het goed. Ik presteerde ook, maar het putte me uiteindelijk gewoon uit.’
Tijdens therapieën begon Iris in te zien: ik stel mijn eigen grens. Ik moet me niet zo vergelijken met een ander. ‘Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar jezelf zijn is goed genoeg.’
Acceptabel
Psycholoog Thijs Launspach hoorde in
De Nieuws bv
het verhaal van Iris aan. ‘We hebben een hele tijd alleen maar winnaars gezien. Het is heel goed dat er nu mensen naar voren komen die zeggen: het is oké en heel acceptabel als het af en toe wat minder met je gaat. Dat is niet iets waar je je voor hoeft te schamen. Sterker nog: dat hoort er ook gewoon een beetje bij.’