1. Het klimaat op aarde verandert steeds sneller
2. Dit komt door de manier waarop de mens omspringt met fossiele brandstoffen
3. Op de huidige voet verder gaan is onverantwoordelijk
4. Het is mogelijk om het tij van klimaatverandering te keren
Zogenaamde klimaatsceptici (ik heb een
vorige
keer al betoogd dat die term eigenlijk niet klopt), stellen over het algemeen vraagtekens bij de stellingen 1 en 2. Maar in een serieuze discussie is dit eigenlijk al een gepasseerd station. Het bevragen van de stellingen 3 en 4 levert een discussie op die veel vruchtbaarder is.
Opwarming, door toedoen van de mens
De aarde warmt helaas wel degelijk op, en opmerkelijk snel ook: sneller dan ooit tevoren in de geschiedenis van de mensheid. Tegenbewijs kan alleen verzameld worden door slechts dat bewijs mee te nemen dat past bij het eigen standpunt, en de rest te negeren. Dan gooi je dus 95 procent van de metingen weg, en behoud je die metingen die jouw geloof ondersteunen. Dat is natuurlijk geen wetenschap.
Verder zijn er behalve de mens ook geen andere logische factoren aan te wijzen voor de klimaatverandering, terwijl daar wel door wetenschappers naar is gezocht. De toegenomen hoeveelheid CO2 in de lucht is echter wél een heel goede verklaring. En die is nu eenmaal direct te herleiden tot onze industrie, onze verwarming, koeling, en onze vervoersmethoden.
Dit is de enige verklaring die al decennialang stand houdt. Een sceptische geest zal altijd terecht volhouden dat deze verklaring altijd een keer weerlegd kan worden. En daar heeft hij gelijk in. Maar dat zal dan moeten gebeuren voor een betere theorie, die de gemeten feiten beter verklaart. En die is er simpelweg niet.
Pseudo-argumenten
Omdat de eerste twee stellingen maar moeilijk aan te vallen zijn, komen veel tegenstanders van klimaatbeleid met pseudoargumenten.
Een eerste argument dat soms gehoord wordt is dat de opwarming dan misschien dan wel komt door de mens, maar het had net zo goed door een andere kosmische factor kunnen gebeuren. Een tweede argument is dat mensen die demonstreren tegen fossiele brandstoffen er zelf gebruik van maken, of dat er mensen zijn die geld verdienen aan nieuwe energie, en dus baat hebben baat bij een omslag. Een derde argument stelt dat CO2 goed is voor planten…
En dus? Iedereen kan zien dat al dit deze argumenten niets afdoen aan de stelling dat er klimaatverandering is, dat die klimaatverandering plaatsvindt door toedoen van de mens, dat op de huidige voet doorgaan onverantwoordelijk zou zijn, en dat we het tij zouden kunnen keren.
Ze zijn dan ook slechts bedoeld om verwarring te zaaien.
Winnaars en verliezers
Veel interessanter is het om vraagtekens te zetten bij de stelling dat doorgaan op de oude voet onverantwoordelijk is. Men kan immers stellen: Prima, er is klimaatverandering, maar zijn die gevolgen wel zo ernstig? Vallen die niet heel erg mee?
Dit argument is interessanter omdat het lastiger is om te weerleggen. Wat de precieze gevolgen zullen zijn van klimaatverandering, is immers moeilijk te voorspellen. Niet alleen de aard en ernst zijn moeilijk te voorspellen, vooral is het lastig te voorspellen wie er het meest onder te lijden zal hebben en wie het minst.
Niet iedereen zal evenveel lijden onder klimaatverandering. Of er nu collectief gekozen wordt voor een tactiek om de klimaatverandering tegen te gaan, of het maar op zijn beloop te laten, of de mogelijke rampen nu klein of groot zullen zijn: in al die gevallen zullen er winnaars en verliezers zijn. Aan iedere crisis kan immers verdiend worden, en dat geldt zelfs in de grootste rampscenario’s.
Afwachten?
Wie zijn de klimaatwinnaars, en wie zijn de klimaatverliezers? En willen we dat veranderen, of laten we het op zijn beloop?
In het geval dat we alles op zijn beloop laten, is het een kwestie van afwachten wie er wint of verliest, en kan ieder maar hopen dat het muntstuk voor hem een gunstige kant op zal vallen. We kunnen ervan uitgaan dat als we niets doen, de mensen met genoeg vluchtig kapitaal de klappen het beste op zullen kunnen vangen. Zij zuigen eerst de bronnen van de fossiele brandstoffen leeg, en verkassen hun kapitaal vervolgens naar elders.
Wanneer we proberen de klimaatcrisis aan te pakken, is wie het meest gaat winnen en wie het meest gaat verliezen een politiek vraagstuk geworden. Afwachten lijkt een vorm van struisvogeltactiek te zijn. Tenzij je ervan uitgaat dat je toch wel in de goede hoek zit, en/of dat je in het politieke proces van verandering degene bent die aan het kortste eind zal trekken. Bij zulk politiek cynisme is afwachten een betere strategie.
Klimaatcynici
Een andere reden om cynisch te zijn, is de overtuiging dat klimaatverandering toch niet meer valt tegen te houden. De inspanningen die nu geagendeerd worden zijn volgens die visie voor niets, en dus weggegooid geld. Laten we mensen die dit argument aanhangen geen klimaatsceptici noemen, maar klimaatcynici.
De klimaatcynici hebben naar mijn mening nog een punt ook. Het cynisme is helaas niet totaal op lucht gebaseerd. De overheden ter wereld hebben zolang op elkaar zitten wachten, en de maatregelen die nu voorgesteld worden zijn vaak zo mild, dat het gevoel van ‘too little too late’ mij meer dan eens bekruipt. Gaat er nu echt verandering plaatsvinden? En zijn we niet sowieso al veel te laat?
Ook het vaak gehoorde argument “Nederland kan in zijn eentje de wereld toch niet redden” (dus waarom nog moeite doen), gaat terug op dit klimaatcynisme. We kunnen internationale afspraken maken, maar de echte klimaatcynicus zal zeggen dat landen en individuen zich daar vervolgens toch niet aan gaan houden. En laten we eerlijk zijn: ook dit cynisme is niet volkomen ongegrond.
Een gegarandeerde toekomst
Klimaatverandering zit er nu eenmaal aan te komen, is wat we van dit verhaal kunnen leren. Een echte klimaatcynicus zal ik daarmee echter nooit worden. Uiteindelijk keert de wal het schip namelijk wel. Ongetwijfeld zullen over vijftig of hooguit honderd jaar fossiele brandstoffen niet of nauwelijks meer gebruikt worden. Al was het alleen omdat tegen die tijd de laatste resten van alle nog enigszins rendabel te winnen grondstoffen al lang de grond uitgefrackt zijn. Als we ervan uitgaan dat de mensheid zichzelf niet vernietigt, of in ieder geval niet totaal, is het geen onzin te verwachten dat over een eeuw alles op duurzame energie draait.
Maar hoelang het nog gaat duren voordat we daar zijn? Hoeveel en welke rampen zullen in de tussentijd gebeurd zijn? Welke energie-oorlogen er gevoerd zullen worden? Hoeveel zal de zeespiegel inmiddels zijn gestegen? En hoeveel zal onze aarde veranderd zijn als het zover is? Over dat alles ben ik een stuk minder optimistisch.
Aan de slag
Is dat een reden om op onze handen te gaan zitten? Mij lijkt het juist van niet. We kunnen cynisch zijn over onze eigen politieke invloed, en over de macht die wij nog hebben over onze toekomst. Maar bij de pakken neerzitten en boos voor je uit blijven staren is niet de mentaliteit waar de mensheid groot mee is geworden. Het heeft de beschaving niet verder gebracht en het heeft nog nooit een probleem op weten te lossen.
Er gaat verandering plaatsvinden en een echt vruchtbare politieke discussie stelt vragen naar hoe die verandering zal worden vormgegeven, naar wie het vervolgens gaat betalen, en last but not least, naar hoe wij uiteindelijk überhaupt om zullen kunnen gaan met de komende klimaatveranderingen.
Dit lijkt mij een stuk constructievere benadering van het klimaatprobleem dan alleen maar obstructie plegen. Want hoe terecht soms ook, het brengt niemand verder. Uitgezonderd misschien de mensen die nog snel hun zakken proberen te vullen, om vervolgens hun net op tijd met hun kapitaal te verkassen naar waar op de aardkloot het dan toevallig nog goed is.
Voor sommige slimme investeerders is dat misschien een goede tactiek, voor landen en volken is het een doodlopend pad.