Al twaalf jaar strijden de inwoners van het Brabantse dorp Deurne tegen de stankoverlast. Maar hoe serieus maken gemeenten, provincies en ministeries hier werk van? En wat kan of moet de boer er eigenlijk aan doen?
Stel je voor: je woont in een fijn huis, in een prachtige omgeving. Het enige nadeel: het stinkt er. Niet af en toe, en ook niet een beetje. Het stinkt altijd en heel erg. Zo erg dat wanneer je je schone was buiten te drogen hangt, het binnen de kortste keren naar stront ruikt. Dat is de realiteit voor de inwoners van het Noord-Brabantse Deurne. Hoe dat komt? De hoge veedichtheid. Op 37 locaties in Deurne blijkt het aantal varkens in de afgelopen 20 jaar met 170 procent te zijn toegenomen, van bijna 72.000 naar ruim 194.600 varkens.
Gezondheidsproblemen
Die stank levert naast ergernissen ook gezondheidsproblemen op voor omwonenden. Renske Nijdam, adviseur Milieu & Gezondheid van GGD Brabant Zuidoost, laat aan Zembla weten: 'Als je niet weet hoelang de stank duurt, dan wordt het heel lastig om daarmee om te gaan. Je hebt er zelf geen grip op. Je krijgt hoofdpijn, je wordt benauwd, je wordt duizelig en het kan leiden tot slapeloosheid.' Ook heeft onderzoek aangetoond dat op plekken waar meerdere veehouderijen bij elkaar staan, mensen een verminderde longfunctie hebben.
Stankverminderingstechnologie?
Specifieke technologie belooft de stank van varkens- en kippenstallen met wel 85% te verminderen. In de praktijk blijkt het helemaal niet te werken. Zembla-journalisten Ton van der Ham, Annette Schätzle en Suzan Borst vertellen hoe dat zit in Nog een podcast over stankoverlast.
Herhalingen van 'Stank en Strijd' (deel 1 en 2), dinsdag 19 en 26 juli rond 23:45 uur op NPO 2.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!