Sander Heijne en Jeroen Pauw
© Scheefgroei
In Scheefgroei diepen Jeroen Pauw en journalist Sander Heijne de ongelijkheid in onze maatschappij uit. Deze keer: de arbeidsmarkt. Hoe kan het dat er geen personeel te vinden is, maar sommigen niet aan het werk komen?!
Wat is het probleem?
Lang werkt de regering aan een oplossing voor de vraag: hoe krijgen we de werkloosheid omlaag? Maar intussen is er iets opvallends gebeurd: we hebben namelijk (opnieuw) te weinig mensen. Er zijn meer banen dan werkzoekenden. Dat gebeurde al een keer eerder, namelijk in de jaren zestig van de vorige eeuw. Om de gaten te vullen werden er mensen uit Zuid-Europa, Turkije en Marokko gezocht om hier als zogenaamde ‘gastarbeider’ te komen werken.
Nu hebben we opnieuw te weinig mensen. Hoe gaan we dat deze keer oplossen? Want het probleem is aanzienlijk. Waar er in 2013 nog bijna 700.000 werklozen stonden te dringen om zo’n 100.000 vacatures in te vullen, ligt dat nu anders. Op dit moment zijn er voor iedere 100 werklozen juist 126 banen. Een overschot dus.
Voor wie is het een probleem?
Dat klinkt als goed nieuws: bijna iedereen kan aan het werk; vooral voor jongeren een mooi vooruitzicht. Maar de meesten van ons hebben meer last van het tekort aan werknemers dan profijt.
Medische behandelingen moeten namelijk wachten vanwege een tekort aan verpleegkundigen. De politie legt onderzoeken stil door een gebrek aan rechercheurs. Schoolklassen zitten thuis omwille van een gebrek aan leraren. Het woningtekort wordt mede veroorzaakt door een tekort aan bouwvakkers. En de energietransitie, die dreigt vast te lopen op een tekort aan technisch geschoold personeel.
Meeste mensen in de bijstand
© Scheefgroei
De krapte is het grootst in de handel: winkels en distributiecentra. Daar zijn de meeste openstaande vacatures. ‘Blijkbaar willen mensen daar niet graag werken, en als we kijken hoe de werkgevers hier met het personeel zijn omgesprongen, dan is dat misschien ook niet zo gek’, aldus Sander Heijne.
Wat opvalt in deze sector is dat de winst tegenwoordig anders wordt verdeeld dan vroeger. Het deel van het geld dat in de handel wordt verdiend dat naar de werknemers gaat, is fors gedaald. Dat is ook in andere sectoren met grote personeelstekorten het geval. De arbeidsvoorwaarden zijn tamelijk scheefgegroeid.
Jeroen Pauw
© Scheefgroei
Hoe komt dat?
Een simpel voorbeeld schetst volgens Sander het probleem het beste: ‘Het is je misschien weleens opgevallen dat de mensen die we vroeger personeelschef noemden, tegenwoordig ‘human resource manager’ - oftewel, beheerder van de menselijke hulpbronnen - op hun visitekaartje hebben staan. En dat illustreert eigenlijk precies wat er misgaat op de arbeidsmarkt. We zijn werk meer en meer als een grondstof gaan beschouwen.’ Mensen zijn hulpbronnen geworden.
1e Klasse
© Scheefgroei
En over het algemeen kopen wij onze hulpbronnen het liefst zo goedkoop mogelijk. Sander vergelijkt onze arbeidsmarkt met een trein met verschillende klassen. ‘In de eerste klasse reizen de mensen met de vaste arbeidscontracten comfortabel richting hun pensioen. Onderweg investeren hun werkgevers in de nodige bijscholing. En tijdens de coronalockdowns kregen zij elke maand keurig hun loon uitgekeerd. Zelfs als ze thuis duimen zaten te draaien.’ Als ze ziek zijn wordt hun plekje vrijgehouden, als ze arbeidsongeschikt raken kunnen ze rekenen op een uitkering, en de meeste van de werknemers met een vast contract bouwen ook nog eens een aanvullend pensioen op.
2e Klasse
© Scheefgroei
In de tweede klasse van de trein zitten de ondernemers en succesvolle zzp’ers. ‘Zij kunnen zich financieel vaak prima bedruipen en als je wat in hun coupé rondvraagt, zullen veel reizigers je vertellen dat ze het er prima vinden’, aldus Sander. Maar deze groep mist de privileges van de eerste klasse, denk aan: het pensioen en de sociale verzekeringen. Deze moeten de mensen in de tweede klasse allemaal zelf regelen. ‘Dat maakt ze kwetsbaarder.’ Vier op de tien zzp’ers heeft namelijk niks geregeld voor arbeidsongeschiktheid en een kwart bouwt geen pensioen op. En daarbij: ‘Als het financieel even tegenzit, dan voelen zij dat direct.’ Bijvoorbeeld tijdens de coronacrisis.
3e Klasse
© Scheefgroei
In de derde klasse zitten de flexwerkers en schijnzelfstandigen ‘die geen tijd en energie hebben om na te denken over sociale verzekeringen of een pensioen'. 'En dat heeft eigenlijk ook geen zin, want ze kunnen zich deze privileges toch niet permitteren. Flexwerkers verdienen gemiddeld 48 procent minder dan hun collega’s in de eerste klasse.’ Ze zijn vaak jong, laagopgeleid, vrouw of hebben een migratieachtergrond. Ze werken onder relatief slechte omstandigheden en hebben weinig baanzekerheid: ‘Ze worden onderweg om de haverklap uit de trein gegooid.’
Niet in de trein
© Scheefgroei
Dan zijn er ook nog mensen die helemaal niet in de trein zitten: mensen zonder werk. ‘Sommigen leven van een uitkering, anderen van het inkomen van hun partner.’ En deze groep is best groot: tenminste een miljoen mensen staan langs de kant op de arbeidsmarkt.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!